vrijdag 31 augustus 2012

Gedachten lezen

Toen ik vanmorgen na het spinnen naar huis fietste haalde ik iemand in. Iemand waarmee ik, laten we zeggen, verbonden ben door de bloedband.

Ik zal schrijven hoe het gesprek ging. Tussen de haakjes mijn gedachten tijdens het gesprekje dat ik open.

Goede morgen. Lekker gesport? (Goed dat hij is gaan sporten)
Ja hoor.
Je hebt flink je best gedaan want je zweet nog na.
Ja. Daarom douche ik ook altijd thuis. (Wat smerig om zo bezweet naar huis te gaan) Anders zit ik thuis nog na te zweten. ( O ja, dat kan ook nog. Misschien nodigt hij me wel uit voor een bakkie koffie) Ik ga naar mijn vader op de koffie.
Een prettige dag en tot ziens. (Waar komt die opmerking over zijn vader nou ineens vandaan?)
Doei. (Wat en hork)

Eigenlijk ben ik boos en teleurgesteld. Maar al verder fietsend begon het een beetje te dagen.

Mijn god. Als je zulke gedachten hebt gaat iemand jou echt niet uitnodigen hoor. Ook al verwacht je dat. Het is wel duidelijk dat je negativiteit zat uit te stralen en die ander heeft dat heus wel in de gaten.
Dus die opmerking: "Ik ga koffie drinken bij mijn vader" komt helemaal niet zomaar uit de lucht vallen, die is het antwoord op je gedachten. En die hork ben je zelf.

Zal weer een beetje op de interne conversatie letten.

Met groeten Ton









1 opmerking:

Emie zei

O, dat heb ik ook! Mijn gedachten zijn van mijn gezicht af te scheppen. Ik ga er ook meer op letten!