Wie had nu gedacht dat we in een heus theater in Spanje zouden zingen?
Er gebeurt van alles.
Je zingt voor je eigen plezier.
Zeven uur precies, zei Alba onze dirigent. Dat was de tijd dat we aanwezig moesten zijn. En iedereen was er. Op Alba na dan die kwam een kwartiertje later.
Een prachtig theater heeft Torrox: Teatro municipal Villa de Torrox.
En groot.
Zingen in een theater heeft veel voordelen. Zo staat er een klein leger aan mannen klaar om van alles te regelen en zaten er brandweer mannen in de zaal om bij brand de boel te redden. Dus werd de plaats op het podium bepaald, belichting gedaan, de sound gecheckt, werd er geoefend met het op - en aflopen, ingezongen en nog wat lastige passages doorgenomen.
Tussendoor doet iedereen zijn eigen ding. Staan we net in te zingen komt een van de partners van de zangeressen met een fototoestel aan en roept dat we op de foto moeten. Alle aandacht voor Alba verdwijnt als sneeuw voor de zon dus die loopt met een onmiskenbaar geïrriteerde blik weg en gaat naar haar vriend de pianist toe. Daar praat ze even mee en komt vervolgens resoluut terug, stuurt het fototoestel weg en gaan we verder met inzingen.
De Spaanse dames laten zich niet zomaar wat zeggen. Duidelijk was de instructie dat er geen spullen mee genomen mochten worden op het podium tijdens het concert. Toch staan er dan in eens een stoel, een fles water een tas en nog wat spulletjes.
Dit is een van de sneaky gemaakte foto’s.
Vervolgens was het tijd voor onvervalste zenuwen en meligheid. Dit terwijl de dames door een visagiste van een mooie kleur werden voorzien. De mannen hoefden dat niet want die waren sufficiënte maron. Voldoende bruin dus.
Ik hang wat ongemakkelijk tussen twee stoelen in maar kijk olijk volgens Rick.
Dan het concert. Zou de zaal vol gaan? Gaat die passage in Dormidito wel goed? En het Slavenkoor dat we uit het hoofd moeten zingen? En oei die Spaanse tongbrekende tekst.
Er zaten welgeteld 27 mensen in de zaal. Ik heb nog nooit voor zo weinig menesen gezongen, zei Rick tegen Antonio, de pianist. Ach, zei die, je zingt voor je eigen plezier. Dat is het belangrijkst. En die uitspraak kennen we ook van Olaf, de dirigent van Nootzaak.
En dat is nu zo leuk van een concert: hoe aandachtig je tijdens repetities ook bent, tijdens het een optreden ben je echt alert. Voor Alba moet dit heerlijk zijn geweest want er werd goed naar haar aanwijzingen gekeken.
De inzetten waren miraculeus gelijk, de crecendi en decrecendi goed uitgevoerd, terwijl die meestal behoorlijk in het slop zitten, en de teksten? Je hoort duidelijk dat internationale uitspraken niet makkelijk zijn.
We zongen een goed concert en je kan gerust spreken dat er tussen de aanwezigen en het koor wisselwerking was. En die 27 mensen in de zaal? Daar hebben we voor gezongen al waren het er driehonderd.
Voor mezelf: Alba zegt vaak dat we ‘sin miedo’ moeten zingen. Zonder angst. Maar dat is niet zo makkelijk als het lijkt. Ik heb altijd wel twijfels: heb ik wel de goede toon in mijn hoofd, wat vinden ze van mijn Spaanse uitspraak tijdens de vier maten solo die ik heb, is het niet te hard, te zacht, zing ik wel gelijk met de buurman of wat dan ook. Ineens dacht ik aan de angst en aan wat de pianist en Olaf zeiden: je zingt voor jezelf. En wonderlijk dan hoe het werkt: de keel ging los en het geluid stroomde vrijelijk naar buiten. Zelfs tijdens het kwartet dat Rick en ik zongen met MariAngeles en Alba.
10 December doen we hetzelfde nog een keer maar dan weer in het kerkje van Caleta de Velez.
Met groeten Ton