woensdag 24 juni 2020

Fel gevecht


Om de ergste warmte te ontlopen besloten we om zeven uur te starten.


Vanwege de Corona varen verschillende pontjes niet. Dus ook niet die bij Rhenen en moesten we van de Grebbeberg teruglopen naar de brug om de Nederrijn over te steken. Altijd goed om midden op de brug wat foto’s te maken. De Cunerakerk. Nou uh, eigenlijk alleen de toren.


Op de dijk met het gezicht in de zon richting Nijmegen. Links de stuwwal.


Kom, dacht ik, probeer het maar gewoon. De roofvogel zat eigenlijk te ver weg op een paaltje maar met het resultaat ben ik zeer tevreden.


Het zou dezelfde kunnen zijn maar een half uur later waren we getuige van een fel luchtgevecht tussen een roofvogel en en kraai. Er vielen geen dooien maar wie er gewonnen heeft? Wellicht beiden.


Ach en het licht is ‘s morgens vroeg zo mooi. En zijn die koetjes hier niet in hun element?


In de Maneswaard staat deze replica van een Romeinse wachttoren. 


Terugkijkend is de Stuwwal nog steeds duidelijk te zien. Voor Nederlanders is alles hoger dan een pannenkoek, een berg.


Eenmaal in Opheusden kochten we kwark en bananen. En natuurlijk wat te snoepen, onder het mom dat we ‘het er wel weer aflopen vandaag’.
We hadden alleen geen lepels voor de kwark en bij Appie waren de houten wegwerplepels uitverkocht. Dan maar pollepels. Ook al hebben we grote monden, we gebruikten de kleinste 


Goed gelaafd de dijk weer op waar we de oude ingepakte kerncentrale zagen liggen. Met het idyllische water op de voorgrond was die centrale net te pruimen. 


Begrijpelijk dat er druiven groeien in Nederland maar ze vallen bijna net zo uit de toon op als het ‘zebrapaard’ van zondag.


Het was wat warm en drukkend maar zo boven op de dijk vingen we voldoende wind om het prettig te houden. Wat meespeelt is dat we de Tacitusbrug bij Ewijk langzaam aan dichterbij zagen komen.


Het stond in de krant, maar nu met eigen ogen gezien: de dijken kregen water.


En wederom ooievaars. De derde dag op rij.


De Oversteek, de nieuwste Waalbrug van Nijmegen en ik vind hem prachtig. Er zit een bocht in en die zorgt voor een mooi lijnenspel met de bogen. Vlakbij de boog worden die lijnen vertekend door uitstulpingen.


De Schotse hooglanders weten precies waar ze moeten zijn: in de koele schaduw van de brug.


Eenmaal op de brug vallen de uitstulpingen met zitjes goed op.


Een panoramafoto. Links de nieuw gegraven nevengeul Spiegelwaal en het eiland Veur-Lent in het midden. Dit alles aangelegd in het kader van project Geef de rivier de ruimte. 


Aan de andere kant van de brug nog een foto. En wat me pas opviel toen ik die thuis eens goed bekeek dat er een trap te zien is waarover je vanaf de brug op het eiland midden in de rivier kunt komen.

En dan zitten we ook eigenlijk meteen in de stad en liepen we naar Agnes. Bij haar zouden we aankomende afgelaste Vierdaagse logeren.



In de stad liepen we door een Platanenlaan waar vleermuiskasten waren opgehangen. Had ik nooit eerder zo gezien. Volgens Agnes is dit ook in het kader van het bestrijden van de eikenprocessierups. Eigenlijk meer in het bestrijden van de eikenprocessiemot want de volwassen mot is een nachtvlinder.

Ook weer wat geleerd.

Met groeten Ton

dinsdag 23 juni 2020

Huisje met vetbol

Maandag liepen we van Amersfoort naar Rhenen. 31 Kilometer.


De Amersfoortse vrienden wonen aan de voet van de Onze lieve vrouwentoren dus was dit de eerste blik op de buitenwereld na een zeer gezellige avond (daarom kwam de blog ook pas een dag later) en een goede nachtrust.

Net buiten de stad stond dit bouwsel


met deze planten. Ik word wel blij van dit soort initiatieven.



In Leusden stapten we op het voormalig spoor van Amersfoort naar Kesteren. Wat een genot: strak parcours, halfschaduw, bomen, kwetterende vogels,


af en toe wat kalfjes om te aaien,


met uitzicht op de naastgelegen weilanden waar konijnen en zelfs een ree te zien waren.
Maarrrrrrr, ook met een waarschuwing voor agressieve roofvogels en konijnengaten waar Rick zich in verstapte en waar hij het laatste deel van de tocht behoorlijk last van kreeg.


Op sommige plaatsen moesten we het tracé af omdat er dan stukjes door particulieren in gebruik waren genomen en in Woudenberg werd er zelfs een industrieterrein op gebouwd. Voordeel is dan wel dat je in bewoonde wereld komt en wat kan foerageren. In de Hoogvlietsupermarkt kochten we cola en broodjes, de koffie automaten waren buitengebruik vanwege de Corona.
Op de buitenmuren waren verticale tuinen aangebracht. Gelukkig zijn er in de wereld muren genoeg om op te vrolijken.


Ergens halverwege spraken we een man die alles wist van deze in ongebruik geraakte spoorlijn en die had aangekondigd dat het tracé langzaam op zou gaan lopen. En dat deed het.


We liepen ongeveer twaalf kilometer op dit spoorlijntje en zo zag dat er van buitenaf gezien uit. Hier eindigde dan ook het wandelpad maar.....


vervolgens liepen we gewoon over de weg die langs het voormalige spoorwegtracé lag. Gelukkig nog steeds in de schaduw van de eiken.


We werden dan ook regelmatig gewaarschuwd voor de eikenprocessierups en zagen vaak nieuwe nestkastjes voor koolmezen tegen de bomen. De mensen dit kastje ophingen maakten het voor de mezen wel extra aantrekkelijk.



Zo tegen drieën liepen we langs de stuwwal en dan lijkt het al een beetje op het buitenland.



En na een heerlijke kilo kersen snoeppauze liepen we tegen vieren Rhenen in en stonden we opnieuw onder een toren. Die van de Cunerakerk.

Er kwam een reactie op het blog of dit ons alternatief voor de Nijmeegse was.
Nee. Er is wel een alternatief maar we hebben besloten daar niet aan mee te doen. Eerder had Rick al het idee om gewoon samen met mij het Vierdaagse traject te lopen, maar ik vind dat te zwaar. Het vraagt een behoorlijke portie doorzettingsvermogen om vier keer veertig kilometer te doen, zelfs met de stok van aanmoediging, controleposten en een militaire onderscheiding. Zonder deze aanmoedigingen zie ik dat gewoon niet zitten en vind ik 30 kilometer meer dan voldoende.
Deze wandeldagen passen in ons idee om het Nederlandse deel van de route die we vorig jaar naar Rome liepen over te doen. Er gaan dus nog meer van deze mini wandelvakanties komen.

We sliepen in een hotel op de Grebbeberg vlak naast Ouwehands dierenpark en vielen er gisteravond zo rond tien uur in coma.

Met groeten Ton

maandag 22 juni 2020

Een verkleed paard

Zondag wandelden we van Station Amsterdam Amstel naar Hilversum. 31 Kilometer en de oudste wandelroute door de ANWB beschreven.


Dat Nederland waterland is weten we maar het wordt heel duidelijk als je gaat wandelen. De Weespertrekvaart en je bent dan ook meteen ‘De stad’ uit. Landelijk, rustig en groen, 


Maar ook al is het rustig, er wordt er op de dijk blijkbaar hard gereden. Ook al heeft het bord een grappige tekst: het is serious stuff. Zeker ook omdat er een kwartiertje verder een monumentje stond van een kind dat overleed na een aanrijding.
Oeps en dan is het pas negen uur in de ochtend.


Driemond is het dorpje en De Gaasp is het water. Hoe pittoresk moet het worden onder de rook van Amsterdam?


Kwart voor tien lopen we langs het Amsterdam Rijnkanaal maar dat vond ik niet zo fotogeniek, deze sloot met waterlelies wel.


Net als deze, met zwanenfamilie. Ach en dan komt Wim Sonneveld bovendrijven.


In Nigtevecht dronken we koffie en gingen we met het pontje de Vecht over.


De rivier de Vecht ligt inmiddels ver boven het het maaiveld. Toch een bijzonder idee dat een rivier, die normaal gesproken laag in het landschap ligt er nu bovenuit steekt.


Ankeveen en de Ankeveense plassen komen hier in zicht. Ik word wel blij van dit landschap, maar Rick vind het ‘gemeentegroen’.
De vogels floten de longen uit hun lijfjes, de kikkers kwaakten, er stond een heerlijke bries en op sommige stukken zorgden de bomen voor voldoende schaduw.


En toch trapte ik er even in.


Hoe mooi moet het worden?


Inmiddels lopen we hier op een smal perceel grond in de veenafgraving 


en was het tijd voor een stop, want het begon zo rond een uur of een wel warm en benauwd te worden.


De wind was sterk genoeg om vat te krijgen op bladeren van de waterlelies.


Na de plassen nog even een schapenweidtje oversteken om aan de rand van Hilversum te komen.


De bessen van het krentenboompje zijn eetbaar maar ‘melig’ zo staat er in de literatuur. Ik probeerde ze wel eens maar nee, ze zijn niet echt lekker. In Hilversum stonden er veel krentenbomen en die hingen vol met grote vruchten. Of het nu komt dat het zoveel zuidelijker was dan bijv. Heiloo waar ik een krentenboompje in de tuin had, maar de vruchtjes waren heerlijk zacht en zoet.



Nog ff door een bosje en een villawijk om om vier uur op het station de trein naar Amersfoort te pakken. Daar wonen vrienden en kregen we een gastvrij onthaal, een heerlijke maaltijd en een bed.
Het leven is goed. 
Morgen naar Rhenen maar dat is voor dinsdag.

Met groeten Ton

zondag 14 juni 2020

Hommel


Natuurlijk gebeurt er wel wat hier, maarrrrrr is het ook blogwaardig?
Het leven kabbelt rustig op Coronaniveau door. We hoeven nergens heen, hangen wat op dijk en balkon. De rest van de tijd vullen we met hospice en verzorgingshuis.

Maar tussendoor installeerde de buurman wel ons nieuwe wastafelmeubel in de badkamer.


Voor.


Tijdens


en na. 
Deze foto mocht pas gemaakt worden na de ‘afstijling’. Dat wil zeggen nadat de spullen die normaal gesproken op de droger staan nu op het meubel mogen staan. O, ja en nadat de toiletrollen hun vaste plek hebben gekregen in het onderste laatje.



Zullen we buurman dan een restaurantbon geven?
Das goed.
Zo fietsten we dus naar Nogal Wiedus waar we meteen onze eerste Monchoutaart soldaat maakten sinds we in Nederland zijn.

Soms overvalt mij een grote rust, nou relatief natuurlijk, en zo zat ik afgelopen week zomaar een uur op een bankje, in plaats van mezelf over de dijk te jagen. 


Al starend over het Marsdiep zag ik de visdiefjes die zich steeds opnieuw in het water lieten vallen.










Een keer maar schraapte ik voorzichtig in de aarde om te zien of de gemberknollen nieuwe uitlopers maakten. Niets zag ik toen, maar gisteren piepte er dan na een maand eindelijk een puntje boven de grond uit.



De pompoen die ik kreeg van de buurvrouw van Sopraan heeft het naar de zin.

Rick, die zo ongeveer vastgeroest zit op het balkon heeft een liefdevolle relatie met de hommel opgebouwd. 
Volgens mij is het steeds dezelfde, kreeg ik vanmorgen te horen.
Dat kan je toch niet weten.
Ja hoor want hij heeft steeds hetzelfde zwarte vlekje op zijn kop.


In ieder geval is er sprake van een eerste pompoen.


Met groeten Ton