We deden een rondje Drenthe.
Maar eerst vierden we gisteren onze tweeentwintigste trouwdag en dat we elkaar 27 jaar geleden ontmoetten. Dat deden we met een Tompouce.
Daarna reden we naar Exloo om een oud collega te ontmoeten waar we vier jaar bijpraatten met koffie en gevulde koek. Vervolgens op naar Erica om onze mede Romegangers te zien. Altijd leuk.
Het gaat er altijd heerlijk ongedwongen aan toe en zo zaten we samen met Monique en Barry heerlijk op de waranda van de door Barry in Amerikaanse stijl gebouwde schuur te genieten van de zon en het dinner. Na het eten was er nog genoeg tijd over om net de grens over in Duitsland een paar oude eiken te bekijken.
1000 Jaar oud zei Barry.
En inderdaad de bomen waren indrukwekkend.
Helemaal mooi. Maar uh weet je zeker dat sommigen 1000 jaar oud zijn, vroeg ik. We waren laatst in Zuid Frankrijk en daar zagen we een eik van ongeveer 600 jaar en die was eigenlijk indrukwekkender.
Nou voor zover ik weet staat dat op de infoborden.
Tot we op de terugweg de info zagen staan en ik er toch een beetje als ongelovige Thomas een blik op wierp. 500 Jaar vermeldde het bord waarna ik mijn gelijk wilde halen en dit aan Barry liet zien.
Uh, ja maar dan moeten die borden er dus er al 500 jaar staan.
Het was een heerlijke wandeling.
Vanmorgen zouden we rond half elf naar onze buren rijden die op de camping staan in de buurt van Dwingeloo. O, zei Barry gisteravond, dan kunnen we morgenochtend nog een uurtje met de boot over het kanaal varen als jullie dat willen.
Natuurlijk wilden we dat en zo werden de wekkers op 7.30 gezet.
Om half zeven sloeg Leo aan.
Foei. Stil.
Rust.
Twee minuten later.
Tring, tring.
Hond blaffen en ik leek ook wel stemmen te horen.
Ik deed de slaapkamer deur open en hoorde Monique in paniek roepen dat we uit bed moesten komen.
Het volgende kan ik niet meer navertellen gewoon om dat er te veel in te korte tijd gebeurde.
De schuur waar we gisteravond nog zo heerlijk zaten te kletsen stond werkelijk in lichter laaie.
De foto is al van een kwartier nadat we buiten stonden en de brandweer al was begonnen met blussen.
Toen we naar beneden gerend waren met Leo onder de arm wilde ik via de achterdeur naar buiten maar dat was onmogelijk niet alleen door de hitte maar bijna nog meer door de overweldigende aanblik van de bulderende muur van vuur.
En daar sta je dan totaal ontredderd in je nachtkleding.
Gelukkig geen gewonden en ook de hond Maurice die door alle hectiek weg was gerend, werd later door de buren onder hun hoede genomen.
Zo tegen een uur of negen was de brand meester en werd ook duidelijk hoeveel schade er aan het woonhuis was ontstaan. Alle ramen gebarsten door de hitte en ook de houten betimmering had in brand gestaan.
Ik heb soms het naïeve idee dat bij calamiteiten je nog kan afgaan wat ‘normaal’ was. Zoals gewoon door de achterdeur naar buiten gaan. Of langs de schuur naar het achtererf gaan om te zien of het varkentje geen gevaar zou lopen. Je kon nog niet op twintig meter afstand langs het vuur gaan vanwege de hitte en de overvliegende asdelen.
Dat alles nog los van de shock waar je in belandt.
Wel weer mooi om te zien was dat we door een van de buren werden opgevangen en wat te eten kregen.
Tja en dan krijgen Barry en Monique hulp, info en wat al niet meer van brandweer, politie en verzekering.
Zo rond half elf hebben we afscheid genomen, die boottocht houden jullie nog te goed, en zijn we naar Dwingeloo gereden waar we behoorlijk aangedaan aankwamen. Mijn hemel dit gaat niet in koude kleren zitten.
We werden hartelijk ontvangen, kregen niet alleen alle aandacht om ons verhaal te vertellen, maar ook een heerlijke lunch en later nog een borrel tegen de schrik.
Nu hangen we op de bank alsof we een kater hebben en lopen de gebeurtenissen van de dag nog maar weer een keertje na.
Met groeten Ton