Van Azembuja naar Santarém, 33 km, 43255 stappen.
O, wat sliepen wij heerlijk. En lang ondanks het verzetten van de klok.
We stapten pas rond zeven uur uit bed. Volgens Rick gaf de regenradar aan dat het na half acht droog zou zijn. Vandaar.
En het was droog en zonnig en windstil. Helemaal mijn weer.
In Competa regende het de afgelopen week langdurig en veel. Wel jammer dat ik er niet bij kan zijn om eindeloos met de waterwerken te studderen. Anyway. De Paasprocessies zijn allemaal afgelast vanwege het slechte weer. En dat is niet voor een beetje regen, de Spanjaarden houden niet van regen, nee er viel tussen de 130 en 240 mm. Het laatste getal is van de vrienden in het dal dat betekent dat er in onze tuin ongeveer hetzelfde kan zijn gevallen.
Daar hebben wij op de camino geen 10% van gehad. Maar wij zijn dan ook mazzelaars.
Nu vind ik de eerste uren van de dag altijd iets rustgevend hebben en dat ervoer ik hier nog eens extra met de damp die uit de sloot opsteeg.
Voor een regenachtige dag is het toch echt wel zonnig ook al waren de regenwolken nooit ver weg.
Na een uur of drie wandelen kwamen we bij de Taag.
In Campino een dorpje met 50 huizen was er een barretje open en konden we wat drinken. We mochten zelf twee stoelen naar buiten dragen en zaten daar even lekker in de zon. Met nadruk op even want na twee minuten begon het te regenen.
Daarmee brak er een uur aan waarin de poncho’s aan en uit moesten. Niet dat er veel water viel, het was meer ‘kermis in de hel’. We liepen dan ook steeds op de rand van de buiencomplexen.
We gingen de eerste 16 km over mooie paden.
Het werd steeds dreigender. Bij de huizen op de foto kwamen enkele mensen ons tegemoet lopen en we vroegen hen of het zou gaan regenen?
Nee hoor. Het blijft droog.
Maar geen drie minuten later sausde het van de lucht.
En dit is dan weer een kwartiertje later. Even een pauze en ponchodroogstop. Met pinda’s en cola.
Er zijn weinig bankjes of rustplekken langs de route, maar mijn dag kan met een pelgrimsschommel niet meer stuk. Ik ben gek op schommelen en ik denk dat ik tot mijn zestiende elke dag even op de schommel zat die achter mijn ouderlijk huis stond.
Wonderlijk hoe onze breinen werken.
Ik zag de palen met daartussen twee touwen. Het lijkt wel een sluis, dacht ik maar dan zijn die palen wel erg hoog. Het deed me ook even denken aan een guillotine tot ik er een schommel in herkende.
Ik vertelde dit aan Rick en die zei dat hij dezelfde associaties had gehad.
Op de berg aan de horizon is onze slaapstad te zien. Nog ongeveer 16 km te gaan.
Op dit pad spraken we een intentie uit voor een echtpaar dat rond deze datum beiden 70 jaar wordt en dit vandaag met een familiebijeenkomst viert. Ze spreken uit dat ze dankbaar en blij zijn dat ze dit in goede gezondheid mogen doen en dat dat nog lang zo mag blijven.
In het laatste uurtje moesten de poncho’s toch nog weer aan.
De stad ligt op een berg dus was het ouderwets klimmen aan het einde van de dag. Daar hebben we dan eigenlijk geen zin in, maar met de getrainde lijven liepen we zonder noemenswaardige inspanning omhoog.
In de stad is het altijd eerst oriënteren waar we heen moeten voor het hotel.
Laten we eerst wat gaan drinken zodat je rustig op de IPhone kan zien wat te doen. Anders blijven we maar doorgaan.
Dus zaten we bij EVA lekker aan de koffie en thee om er achter te komen dat ons hotel 200 meter verderop lag, maar nog belangrijker: dat ze bij EVA heerlijke gerechten hebben en we daar later ook gingen eten.
Het hotel is helemaal geweldig. Ten eerste werden we bijzonder vriendelijk welkom geheten. Het hotel is dan ook helemaal ingericht voor pelgrims.
Er is een huiskamer, camino info, er staat een watertap, je kunt koffie en thee zetten en…..morgenochtend is er een ontbijtbuffet met broodjes, yoghurt, eieren fruit etc.
Hoe leuk kan het zijn?
Nog leuker.
Er zit bij de handdoekenset een matje. Waar is dat voor? Zou het een placemat zijn?
Ik ging het maar even vragen.
Nee het is een matje zodat je niet met je voeten op de koude tegels in de badkamer hoeft te staan.
Met groeten Ton