Laatst vroeg iemand me waarom ik zoveel lees. Vandaag kreeg ik opnieuw antwoord.
Want het is heerlijk om te lezen dat ik niet de enige ben met 'rare' gedachten. Gedachten die gewoonweg niet passen in het alledaagse bestaan. Maar ook om op papier mijn eigen, diep weggestopte gedachten te lezen en ze met een schok te herinneren.
Andrew Sullivan schrijft in het NRC "Wanneer ik als kleine jongen aan de toekomst dacht, was alles zwart. Ik was niet ongelukkig of neerslachtig. Ik was een vrolijke jongen en speelde even blijmoedig met mijn vriendenclub op de lagere school als in mijn eentje op dagen dat ik het bos in de omgeving van het dorp waar ik woonde, in trok. Maar als ik aan de verre toekomst dacht, wat ik zou doen en worden als volwassene, was alles blanco. Ik wist gewoon niet hoe en waar ik zou leven. Ik wist maar één ding: ik zou niet kunnen worden als mijn vader. Ergens diep van binnen wist ik eigenlijk toen al, dat een huwelijk als dat van mijn ouders voor mij niet was weggelegd."
Ik zocht en vond als kind altijd gebruiksvoorwerpen en nam die dan mee naar huis. Dit was mijn manier om een 'uitzet' bij elkaar te krijgen. Verloren zakdoeken en sjaals, maar ook een zakmes of een afgedankte tas. Alles wat ik maar dacht te kunnen gebruiken 'voor als ik later .... '. Op de puntjes kwamen woorden die toen, voor mij, niet in te vullen waren.
In gedachten stond ik er alleen voor.
Later toen ik ouder was en meer wist over "hoe het hoorde' zei ik dat ik met mijn buurmeisje wilde trouwen. Maar toen raapte ik al geen spullen meer op van de straat.
Uiteindelijk is het onbenoembare, benoembaar en dus mogelijk geworden en ben ik alweer 12 jaar 'gewoon' getrouwd.
Met groeten Ton
Geen opmerkingen:
Een reactie posten