zondag 19 juni 2016

Natsok

Het is leuk om weer in huis nummer één te zijn. Dat vinden de buren ook want gisteren is van werken nog niet veel gekomen. Kletsen doen we. Ik denk dat ik wel drie uur heb staan teuten bij het tuinhek, waarbij ik als een stereotiepe plantsoenarbeider, op mijn schoffel leunde.

Leuk, ben je weer een daggie hier? vroeg een vrouw van wat verderop in de straat terwijl ze voorbij fietste.
Ja en ik blijf een week. Meteen staat ze op de rem en stapt af.
Ik mis jullie wel hoor. Vervolgens kletsen we wat en, ik weet niet waarom maar voel de vraag in me opkomen: hoe gaat het eigenlijk met je?
Haar ogen vullen zich met tranen. Mijn zoon heeft in het brandwondenziekenhuis gelegen.
Oh, wat is er gebeurd?
Ik krijg het hele verhaal . "O, ik zou willen dat ík het ongeluk had gehad in plaats van hij. Te zien hoe je kind pijn lijdt is ondragelijk."
Als echte natsok snotter ik met haar mee.

Vanmorgen plukte ik opnieuw een hele bak aardbeien. Het lijkt wel of ze hun uiterste best doen om deze week allemaal gelijk rood te worden, net als de rodebessen.


Om het probleem van de pratende buren te omzeilen was ik blij met een binnenklusje en heb weer 10 potten met aardbei / rodebessengelei gemaakt. Daarbij bleef de keuken trouwens keurig schoon want de tweede keer weet je weer waar je op moet letten.

Nu is het zondag en dan lijken er sowieso minder mensen op straat dus knipte ik een half uurtje de achterstand uit de beukenhaag. Die wordt steeds dikker en hangt ongeveer veertig centimeter over het pad. 
Het resultaat ziet er niet uit maar toen ik de haag plantte heb ik de eerste rij te dicht op het pad gezet en die eerste rij heb ik nu met wortel en tak uitgeroeid.


Ruimte wil ik.

Morgen verder. Nu gaan we tappas eten bij vrienden en........ de zon schijnt.
Wat wil ik nog meer?


Met groeten Ton