woensdag 29 januari 2014

Lekker stel samen

Ik verveel me op het ogenblik.

Laats las ik ergens dat je veel inspiratie kan halen uit biografieën dus ging ik na lange tijd weer eens naar de bibliotheek. Ik wilde graag de biografie van Dag Hammerkjold hebben maar die was niet aanwezig en kwam uiteindelijk thuis met Ahmed Marcouch. Waarom? Omdat ie een sympathiek hoofd  heeft.

Hij verteld dat hij nooit heeft gestolen want dat is er diep ingestampt.
"Dat niet stelen zat er wel heel diep in. Alleen al bij de gedachte eraan begon ik te zweten. Mijn moeder was zelfs streng over de vijgenboom van de buurman, die met zijn takken over ons erf hing. Ze zag erop toe dat mijn oudere broers er met hun handen vanaf bleven. Onze oude buurman beaamt het tot op de dag van vandaag, dat vond hij mooi. De boom staat er nog altijd maar is niet meer zo rijk aan vruchten. Later, toen ik schoonmaakwerk ging doen, zei mijn vader altijd: als je wat aantreft, al is het een gulden, dan blijf je daar van af. Daardoor durfde ik zelfs een paar biljetten die ik op de stoep vond, niet op te rapen."

Nou ben ik zelf een type dat altijd op de grond kijkt of er iets van waarde ligt. Toen ik nog maar een jaar of vijf, zes was kwam een buurvrouw bij mijn moeder op visite en die vertelde dat ze een nieuwe mantel had gekocht en dat er na één keer dragen een knoop was afgevallen. Ik vroeg aan haar hoe die knoop eruitzag. Ze beschreef hem. Ik pakte mijn autopetje en stepte naar de plaats waar ik die knoop had zien liggen. Zowel moeder als buuf waren helemaal beduusd.

Enkele jaren geleden heb ik ongeveer een jaar lang één maal per week zwerfvuil opgeraapt in het park waar ik wandel met Egbert. Rick vond dat helemaal niets en plaagde me ermee.
Toen we een keer samen wandelden en ik hem aansprak op zijn negativiteit ten opzichte van mijn zwerfvuilactie, kwam hij met zijn eigen oplossing om me te helpen: hij schopte met zijn voet rommel naar mij toe zodat ik het kon oppakken.
Mijn ogen, gefocust als ze zijn op afval, zag iets liggen: twee in elkaar gevouwen stukjes papier. Op hetzelfde moment zette Rick zijn voet erop.
Weg met dat poot, beet ik hem toe. Je pakt nooit iets op, dit is van mij. Het waren twee briefjes van vijftig euro.
Wat zullen we ermee doen, vroeg ik, nadat ik ze zorgvuldig in mijn broekzak had gestopt.
Chinezen, was het antwoord, maar het is eigenlijk niet ons geld en wij hebben genoeg.
Gelijk had ie maar ik moest wel even slikken.
We geven het aan bij de politie.
Nee hoor, zei ik, als er niemand om komt, pikken ze het zelf in.
Dan geven we het aan de eerste de beste collecte die aan de deur komt.
OK.

Thuis gekomen vond Rick dat ik het geld in het laatje moest leggen.
Nee dat is niet handig, zei ik en stopte het in het blikje van de muntjes.

Toen er na een week werd gecollecteerd voor Jantje Beton en ik niet thuis was, deed Rick de deur open en zei tegen de collectant dat ze een mazzeltje had. Hij trok het laatje open en..... daar lag niets. Oei dacht ie: dan heeft Ton het zeker al weggeven. Maar na zijn aankondiging van het mazzeltje kon hij het niet maken om een kleine donatie te geven en duwde 20 euro in de bus.
Nadat hij weer op de bank zat dacht ie aan het muntjes blikje, maakte het open en zag de briefjes van 50 er in zitten. Vervolgens riep hij de collectant, die inmiddels al een paar deuren verder was, gaf haar het geld en vertelde het verhaal.

Zo je maar: biografieën inspireren, al was het alleen maar voor het maken van een blog.


Met groeten Ton













Geen opmerkingen: