Herinnering aan de Ruta de la Plata uit 2009.
Gewandeld van Aljucén naar Acuescar om daar te slapen in het klooster van de Congregación de los hermanos de Maria y de los pobres (Congregatie van de broeders van Maria en de armen). We hebben daar heerlijk gegeten en vanwege Pasen kregen we er ook wijn bij. Pelgrims zijn over het algemeen aardige mensen zeker als ze goed hebben gegeten, maar je moet ze niet wakker maken als ze slapen. Tot zover alles goed.
Ik moest 's nachts naar het toilet. Dit betekende dat ik vanuit het bovenbed van een krakend stapelbed in het aardedonker naar het andere eind van de zaal moest lopen. Twee opstapjes in de vloer kon ik veilig nemen doordat het flauwe schijnsel van een lichtgevend nooduitgangbordje ze net zichtbaar maakte.
Na het toiletbezoek had ik het schijnsel van het nooduitgangbordje in de rug en kon ik echt niet bedenken waar ik me bevond. Ik kreeg een goed idee en stak mijn hand uit om de muur te voelen die mij richting zou geven.
Maar... waar mijn hand de muur raakte zat de lichtschakelaar en direct was de hele zaal hel verlicht, zo fel dat mijn ogen eerst aan het licht moesten wennen om de schakelaar terug te kunnen vinden.
De 80 pelgrims, ruw gewekt uit een diepe slaap lieten beslist géén gewijde teksten over hun lippen komen.
Ik heb daarna nog wel enige tijd wakker gelegen, maar de volgende dag kregen Rick en ik ontzettend de slappe lach.
Met groeten Ton
Geen opmerkingen:
Een reactie posten