Van Remagen naar Kamp Bornhofe. 75 Kilometer.
Het was een rustige avond op de camping en zo rond negen uur lag ik al te tukken. Terwijl Rick in coma lag was ik enkele keren wakker van voorbij denderende goederen treinen. Ook was het tot een uur of vier best nog warm en dan is dat synthetische spul waar we op, in en tussen liggen nogal plakkerig.
Toch uitgeslapen de slaapzak uit.
Toen we naar Rome wandelden spraken we op een dag twee Nederlandse dames die hetzelfde reisdoel hadden. Ze mopperden wat over de route. We wilden langs de Rijn fietsen omdat iedereen dat zo mooi vindt maar vaak zie je die Rijn helemaal niet omdat het fietspad zo ver van de oevers afligt.
En ja, daar hebben de dames gelijk in. Toch is er veel moois te zien en daar komt bij dat we het als wandelaars al eens hebben gezien en dan kan zelfs ik een wat minder mooi stuk goed aan.
De bramen zijn aan het rijpen en soms zien we hele mooie grote die roepen: pluk ons. Ze zijn heerlijk in de yoghurt en ja: we plukken alleen boven vossenpisniveau en ze worden goed gewassen.
In Andernach haalden we boodschappen. Natuurlijk (vr)aten we meteen ons worstenbroodje op terwijl ik op een steen zat en Rick tegen een paal leunde.
Nadat ik drie happen op had bedacht ik me: is dit onze pauze? Snel opeten omdat we niet ff lekker kunnen zitten en dan weer door? Is dit een pauze waarin we even genieten van het eten en eventueel mooi uitzicht?
Nee, was het antwoord op mijn eigen retorische vraag.
Zeheg?
Jaha.
Als het broodje op is zullen we dan de rest opeten op een leuke plek zodat we ook mentaal een prettige pauze hebben?
Na wat fietsen door de stad zagen we dit park. Een pluktuin met groenten, kruiden, fruit en wat al niet meer. Helemaal mijn ding. Er waren enkele vrijwilligers bezig en maar we konden gewoon op een bankje gaan zitten.
Fijn. Fietsen neergezet, begon een van de mannen de druiven te bespuiten met het machien dat op de bank staat en ongezellig veel lawaai maakte. Dat werd dus niet rustig zitten.
We vonden een stille plek net aan de andere kant van de muur, met zicht op het kasteel en zaten er een heerlijk relaxed half uurtje.
Ton?
Jaha.
Dat was wel een goede van je. Dit is een stuk fijner.
Er gaan donkere wolken over zo nu en dan. Meestal vallen er slechts een paar spetters uit maar soms net ff meer en plakken de kleren aan het lijf.
In Koblenz scholen we voor iets meer dan spetters in een koffietent. Rick kon er meteen de Iphone opladen op de plaats waar we zaten. Maar omdat het daar te warm was gingen we verzitten. Wel letten we op of die telefoon daar bleef liggen.
Bij het oppakken van de spullen liep Rick naar de IPhone toe en de dames die daar zaten spraken hem aan.
Ik heb steeds op jullie gelet zodat jullie niet zouden vertrekken zonder de telefoon.
Kijk, hoe meelevend kunnen mensen zijn.
Bij de REWE kochten we salades want ook vandaag eten we gezond. Nou, uh, zo gezond mogelijk want een worstenbroodje en een plak chocolade schuiven al wat op naar het schemergebied tussen voedsel en snoeperij in onder het motto: het mag ook leuk zijn.
Maar ook voor deze maaltijd zochten we een mooie plek op. Het was er druk van schepen die van en naar de Lorelei varen. Op de schepen zelf leek het niet zo druk. En het water staat heel laag.
We hebben nog iets anders besloten. Rick plande onze slaapplaatsen op plekken waar we eerder ook sliepen. En ook al is dit een reis om mensen te bedanken die ons de vorige keer hebben geholpen vind ik dat een camping of een B&B een commerciële overeenkomst is. Dus waarom zouden we dan in Sankt Goarshausen dezelfde camping nemen? Een uitzondering is wellicht een camping in Italië waar de dame achter de balie haar uiterste best deed om ons een tentplaats te geven waar niet alleen een tafel en stoelen stonden maar waar ook een stopcontact bij was.
Anyway.
De vorige keer stopten we in Kamp Bornhofen bij het bedevaartscentrum om een stempel te vragen. Er werd toen meteen ook een slaapplaats aangeboden in de Antoniustuin. Dat vonden we toen al heel aardig en de plaats ook aantrekkelijk maar vonden het te vroeg om al te stoppen met wandelen.
Rick stelde voor om een plaats te vragen in de Antoniustuin en dat deed hij.
Meteen leuk te woord gestaan maar de Pelgrimsbroeder was er nog niet dus daar moesten we op wachten. Doe alvast maar een siësta in de tuin werd er gezegd.
We konden onze waterkoker gebruiken omdat er een buiten stopcontact was. En dan zit je ff lekker met een kopje thee in de schaduw van een Lindeboom.
Wat heerlijk hé?
Ja.
We hadden he nog niet gezegd of KEDENGKEDENKKABOEMKABOEMHADE
De spoorlijn ligt nagenoeg aan de tuin vast.
Oei, dat gaat het niet worden. We doen geen oog dicht want die goederentreinen gaan de hele nacht door.
Rick ging terug naar het klooster om te zeggen dat we toch door zouden gaan vanwege het lawaai.
O maar jullie kunnen de tent ook niet in de Antoniustuin zetten hoor. Daar is teveel lawaai. Jullie gaan in de binnentuin staan dat is veel stiller.
En kijk ons hier nu eens zitten. Tent in de wiese en wij in het prieel waar tafel en stoelen staan, stopcontacten zijn en de was inmiddels hangt te drogen.
Komt net de Franziskaner tuinmonnik aan met een hand heerlijke zoete tomaten. We bewaren ze voor ons ontbijt, zeiden we maar de helft is gewoon alweer op.
Kortom: we hadden een heerlijke dag.
Met groeten Ton
3 opmerkingen:
Wat een bijzonder mooie belevenissen...en heerlijk om mee te genieten.
En wat een verschil met de meeste mensen, die jakkeren naar het zuiden. Op drukke snelwegen naar het zuiden.Dan twee weken zitten en terug racen. Wat een rijkdom om zo te genieten van alles wat op jullie pad komt....🤗🍀💌
Om dezelfde reden, door jou vertaald als 'vossenpishoogte', leerde mijn vader me als kind dat je frambozen en bramen gerust kon eten, maar dan vanaf kniehoogte. Heb me pas achteraf afgevraagd of hij zijn kniehoogte, hij was ruim 1.80 m, bedoelde of mijn kniehoogte. Daartussen zat toch echt wel een tiental centimeters verschil, want het mag dan zo zijn dat ik de 1.85 nu nog steeds haal, maar als kind was ik altijd een kleintje; als 12-jarige haalde ik met wat moeite 1.40 m en als 16-jarige was ik de 1.85 al aardig genaderd.
Wassen hoefden we de bramen niet; dat was tijdverknoeierij in onze ogen en in het licht van de jaren '40 en '50 waarschijnlijk ook nog een alleszins redelijk argument.
Merkwaardig genoeg, voor bosbessen gold die regel niet.
Wat een mooie dag zeg. En je moet inderdaad soms even een stukje verderop, om een aangename pauze te hebben. Die plek aan de (idyllisch klinkende) Lorelei is ook prachtig. En dan de kampeerplek! Fantastisch. Zijn er nog tomaatjes;))
Een reactie posten