woensdag 3 april 2024

Caminho Portugues, dag zes

Van Asseiceira naar Calvinos, 23 km, 31460 stappen.

We lopen nu oostelijk van Caxarias. Het kaartje geeft een route via Fatima.
We hebben besloten om van de voorgestelde dagafstanden af te gaan wijken, zodat we toch vaker in pelgrimsherbergen kunnen overnachten. Het zijn de wat grotere plaatsen met hotels die op het kaartje staan.

Wat een totaal verschillende dag vergeleken met gisteren.

Gisteren was het nat en koud. Ook in de herberg, in de voormalige dorpsschool was het koud, want het straalkacheltje hield ons gelukkig warm, maar niet het hele gebouw. En toen viel ook nog een aantal keren de stroom uit.

We hadden afgesproken met de man van de bar om 16.00 uur te komen eten. Soep, broodje en fruit als toetje. 
Nu is het dorpje eigenlijk niet meer dan een vlekje op de kaart en we denken dat alle middenstand in handen is van een familie. De bar heeft een opening naar de doehetzelfwinkel en daar zwaaide de vrouw van de barman de scepter. We hadden het idee dat onze soep daar ergens vandaan kwam. Het broodje, de kaas en het fruit werd gebracht door de vrouw van de supermarkt. Vast zijn moeder, vermoedden we.
We aten er goed, maar het duurde wel wat lang.

In de herberg was het werkelijk doodstil. We sliepen dan ook geweldig tot 04.30 en we wakker werden van de noodverlichting die aansprong. Wederom stroomstoring. Na een reset in de meterkast sliepen we vrolijk verder tot zeven uur.

Vanmorgen was het droog, maar bewolkt.
Het eerste stuk van de route ging langs een drukke doorgaande weg. Het kost me dan wel moeite om het mooie te zien.


Maar het mooie is er wel. De blauwe regen is gigantisch en de geur was overweldigend. 


Nadat we weg afgingen was ik blij dat we het er weer zonder kleerscheuren hadden afgebracht. Tijd voor een intentie: dat een dame die vliegangst heeft weer veilig aan de grond komt en dat het de thuisblijvers goed gaat.

Een mooi pad langs de spoorlijn. Dit liep wel een paar kilometer om en dat was om de drukke weg te vermijden. En dat was het wel waard.
Aan het eind zagen we een mooie plek voor een stop, er zitten dan 10 km in de benen. Terwijl we rugzakken neerzetten zien we dat 15 meter rechts van ons een bar is. Nou dan zitten we natuurlijk direct op het terras aan koffie, thee en tostada. 
Gelukkig is het dan al heerlijk zonnig.

Dan de stad Tomar in. Langs een drukke invalsweg zonder ruimte voor de pelgrim.
Nou, zegt Rick, ze maken een looppad langs de weg hoor.
Maar dat is afgezet met dat oranje gaas. Ik wil daar niet overheen stappen, maar Rick wel.


De foto is terugkijkend gemaakt.


Maar na tien meter is het pad al op. Wel zien we pijlers staan waar een vlonder op gemaakt gaat worden.


Na tien minuten de stad in die wordt gepromoot als een Tempeliers stad. Er staat dan ook een groot kasteel boven op de berg.


Een wat drukke foto. Staand op de oude brug zien we de rivier met stuw en net links van het witte torentje het kasteel.


Net de stad uit meteen op een paadje naar mijn hart.


Wat later ging dat langs de rivier.


Een uurtje later een middeleeuwse brug. 

Iets daarna schrok ik me een hoedje. Ik liep een beetje in mezelf te mijmeren toen er ineens een wat oudere man uit de bosjes kwam. Hij had wilde asperges geplukt. Er ontstond een gesprekje waarin Rick een paar Spaanse woorden gebruikte. Dat gaf de man meteen aanleiding om te fulmineren over Spanje.
We probeerden dit zo snel mogelijk te ontwijken,  maar hij ging maar door totdat we gewoon sneller gingen lopen.

Het duurde wel een tijdje voordat de boosheid van de man uit ons systeem was.


Een uur verder zijn we op onze slaapplek. De gemeente herberg. Wederom in een oude school, maar wel heel licht. Zowel vanwege grote ramen als van kleur.
Nadat Rick het nummer van de beheerder had gebeld, kwam die er na 5 minuutjes aan en heette ons hartelijk welkom. 

Na de dagelijkse was, nou uh dagelijks, gisteren hebben we noch gedoucht noch een wasje gedaan, was het weer tijd voor een flinke was. In de zon en de wind was die zo droog.

Terwijl de was hing te drogen, gingen wij het gehucht in voor de bar annex minisuper. Bij aankomst: alles gesloten.

Komt er een wat wonderlijke man aanzetten.
Rick vraagt of hij weet hoe laat alles opengaat.
Er komt een wat onsamenhangend antwoord. 
De man lijkt wel Italiaans te spreken,  maar hij loopt weg om even later weer terug te komen.
Dan ontstaat er een gesprek in het Duits. De man komt uit het Italiaans sprekende deel van Zwitserland.
De bar annex winkel wordt gerund door een 80 jarige dame en is de hele dag open normaal gesproken.

Terwijl we met zijn drieën wachten komen er twee dames aan. Pelgrims?
Nee een Zweedse vrouw die hier woont met haar Portugese man. De ander dame is een Zweedse vriendin en samen maken ze een dertig km lange wandeling in de buurt.
Het werd best gezellig en na tien minuten kwam de oude dame en opende de deur.

Wij kochten een stuk chorizo, een pot bonen, een blikje champignons, en een prei om zelf wat te kokkerellen, omdat er in de bar geen eten wordt geserveerd.

Het eenpansgerecht smaakte heerlijk en nu zitten we nog even lekker in de zon. 


Met groeten Ton

5 opmerkingen:

miekequilt zei

Wat een topdag weer. Met van alles te beleven, vreemde mannen en aardige mannen. En de Zweedse vrouwen, die waren een eind uit de buurt.
Knap dat jullie zo goed slapen, ik ben er gewoon een beetje jaloers op.

Anoniem zei

Echte avonturen maken jullie mee. Leuk! Groeten, Elisa

Marthy zei

Het gaat goed met jullie, dat is aan alles te merken. Net als Mieke ben ik ook een slechte slaper dus ik zou grote moeite hebben om rust te krijgen in die herbergen.

Charlie zei

Wat een mooie en bijzondere dingen kwamen jullie onderweg weer tegen! Zijn jullie al blauwe tegeltableaux tegengekomen? Die vind ik zo prachtig in Portugal. Jullie laatste overnachtingsplek ziet er goed uit! Buen viaje! Charlie

Y. Schoutsen zei

De wisteria al in bloei! Bij mij in NL zit er nog niet eens groen aan! En in (midden) Japan loopt men achter op Nederland