vrijdag 9 december 2016

Voorhangsel

Als pelgrim ben je niet dood maar je hoort ook niet helemaal bij de levenden. Je staat er een beetje tussen in en je maakt dat duidelijk door witte kleding te dragen.

Twee maanden heb ik in deze staat verkeerd. En dat is heel prettig. Niet alleen dat ik werd behandeld als pelgrim maar ook dat ik me, heel vaak tenminste, als pelgrim heb gedragen.
Een groot bijkomend voordeel is dat ik tijdens deze tijd geen nieuws heb gevolgd. (Een uitzondering is Amerikaanse presidents verkiezing.)
Want wat is het heerlijk om niet alle ellende en negativiteit, die er ook in de wereld zijn, in elk gruwelijk detail, keer op keer, voorgeschoteld te krijgen.
Nu de tocht ten einde is en ik weer tot de levenden ga behoren ben ik langzaam begonnen met het bekijken van het nieuws. En het valt me zwaar. Ik wil het allemaal niet weten. Kan er niets aan veranderen. ( de laatste is een dooddoener) En het draait allemaal gewoon door zoals het deed toen ik het niet las, maar wel het verschil dat ik niet de last ervoer van de hele wereld. 
En met het verschil dat ik de wereld met vertrouwen in plaats van wantrouwen tegemoed kon treden omdat mijn zintuigen niet de godsganse dag werden vegiftigd met de mogelijkheden het negatieve elk moment tegen het lijf te kunnen lopen.


Ach je denkt eens wat als je wakker ligt. Tja, want dat krijg je ervan als je niet langer uitgeput van het wandelen in een comateuze slaap valt.
Uitgerust beginnen we zo langzamerhand wel te worden en hebben niet langer negen uur slaap nodig.

Voor de tweede keer deze reis sliepen we gescheiden. De vorige keer in een zenkonyado nu in een luxe business hotel waar alle twinrooms bezet waren. Wel kregen we een heerlijk ontbijt.

Om zes uur was de lucht zo helder als lood kristal. Om acht uur was het kristal verdwenen en restte slechts het lood. Niet voorspeld, dus waren we enigszins teleurgesteld toen ik toch mijn poncho aanmoest. Rick weigerde en gebruikte de paraplu. "Nee, als ik geen poncho draag wordt het geen ponchodag."
Het werd echter wel even heel nat maar dat duurde maar tien minuten dus verklaarde ook ik het een poncholoze dag. Een half uur later wierp ik de rode cape na vier pelgrimstochten goede diensten bewezen te hebben, met gepaste eer en dank in de afvalbak. Er van uitgaande dat we geen regen meer krijgen.


Je krijgt wel mooie foto's van zulke luchten.


Prachtige kleurverschillen. Het zou mijn vader een gruwel zijn: het rode van de sla ingebed in het groen van onkruid. In dit geval lepeltjeskruid.

Herken jij eigenlijk wat van deze weg, vroeg ik aan Rick.
Nee eigenlijk helemaal niets.

Toch is het dezelfde weg die we twee maanden geleden ook liepen. Toen duizelden we van de indrukken en al het nieuwe en onwennige. Wat een verschil met vanmorgen toen we daar zo heerlijk relaxed door de velden en over de weggetjes banjerden. Soms herkende we zelfs de tempels niet.
Wel de tempel waar we sliepen en nu een half uur in het zonnetje zaten en ik de volgende foto maakte


We aten de lunch in een Lawson waar ze, o mazzelaars die we zijn, bij uitzondering een zithoekje hadden. We konden er zodoende een fikse bui uitzitten onder het genot van wat lekkers.

Oranje is mijn lievelingskleur en van dat mooie diepe oranje van de drogende kakies word ik helemaal blij. En dan zo veel en zo minitieus geplukt ( let het op de stukjes steel) geschild en aangebonden. Ook al zullen het niet mijn lievelingsvruchten worden ik wil wel zo'n boom in de Spaanse tuin want in smoothies zijn ze ongetwijfeld heerlijk. En dat drogen wil ik ook wel proberen ook al zullen ze dan minder keurig aan een touwtje  hangen.



Zo stonden we 59 wandeldagen geleden bij de eerste tempel.


En zo vandaag.


Na het doen van de gebeden gingen we naar het kantoor waar de monnik bij de stempel van tempel 1 een aantekening maakte dat we rond zijn.
En ook nu geen klaroengeschal en zelfs het voorhangsel van de tempel scheurde niet in twee.

Wel werden we aangesproken door een man in het zwart. Bleek het de schrijver van de routegids te zijn maar die maakte op ons totaal geen indruk. Hij vroeg slechts of we nog 'any sort of guidebook' gebruikt hadden.
Rick liet het boekje zien waarna hij alleen nog maar zei dat hij de schrijver was en of we nog op- of aanmerkingen hadden en die dan wilden doormailen. Het ging duidelijk niet om de pelgrim.

Inmiddels lijkt het of er iets geamputeerd is nu we stokken en hoeden hebben achtergelaten. De hoeden gaan nog wel want die zaten steeds aan de rugzakken gebonden maar de stokken laten lege handen voelen.

En nu? Zijn we nog pelgrims of niet?
Wel, want we gaan nog naar Koyasan.
Nee want we slapen in een gewoon hotel en bezoeken drie dagen geen tempels.
Wat gaan we de komende twee dagen doen? Zullen we Minami -Awa sun line nog een keer wandelen? De vorige keer regende het en het was er prachtig.

Dat is het gevolg van het behalen van het beoogde doel: wat nu?
Ruimte voor iets nieuws en nog niet weten wat.

Met groeten Ton

Wat we vandaag wensten

Tempel 1 Ryozenji
Dat een vader en een moeder nog een keer contact willen opnemen met een zoon en dochter.




Geen opmerkingen: