woensdag 14 december 2016

Dat gaan we nog missen

Gisteravond nog heerlijk een half uurtje in de onsen van het hotel gebadderd.
Lekker relaxed om nog een dag hier te zijn voordat we de terugreis aanvaarden.

Vanmorgen trakteerden we onszelf op het ontbijtbuffet. Ik nam het Japanse deel en Rick het westerse met o.a. worstjes. Aan zoveel verleiding kon ik geen weerstand bieden en nam ook nog maar wat warme broodjes met jam en, hoe Japans, opgeklopte roomboter. 
Je blijft je hier verbazen over de uitvindingen. Het smeert trouwens geweldig dus voor de ouderen in de westerse wereld die geen roomboter op brood kunnen doen vanwege moeilijk smeerbaar: in Japan hebben ze een oplossing. In hoeverre de boter, na de opklop bewerking, nog natuurlijk is weet ik niet.

Ook zo'n typisch Japans ding is dit: een kraan voor bad en wastafel met een switch die regelt waarvoor je hem wilt gebruiken.
Tijdens het scheren vanmorgen viel mijn oog op de randen tussen bad en wanden: die zijn niet gekit.
Nu is de hele badkamer van plastic en het bad staat los. Op de grond voor het bad is een rand/ rooster die verwijderd kan worden en daaronder zit de afvoer van bad en wastafel.


En dan naar Namba, een stadsdeel van Osaka om een deken te kopen. Een paar weken geleden schreef  ik over heerlijke dekens die zo lekker warm en zacht zijn. Mocht je terugverlangen naar moederlijke warmte en zachtheid: koop zo'n deken. Het is bijna rebirthing.
Op Shikoku waren ze bijna in elke plaats waar we sliepen te vinden. Sommige ouder en wat versleten en soms nog bijna nieuw.


Toen ik in het warenhuis bovenstaande foto liet zien slaakte de verkoopster bijna een kreetje van afschuw: nee, zulke ouderwetse motieven hadden ze hier echt niet. 
Stadse fratsen hoor ik sommigen brommen.
Nu zou ik persoonlijk ook voor een wat strakker ontwerp kiezen maar Rick zei terecht: die bloemen hebben voor ons wel de herinnering aan Shikoku.

De verkoopster, of eigenlijk moet ik zeggen, vijf verkoopsters hielpen ons zeer ijverig. Er werden wel tien dekens uit de rekken getrokken en op een showbed gedrapeerd, want nee, je moet het helemaal zien voordat je kunt besluiten. En helpen met opvouwen werd niet getolereerd. 
De uiteindelijke aankoop werd ingerold in papier en miniteus dichtgeplakt, vervolgens werden er twee plastic draden omheen geknoopt en werd er een handvatje aangeklipt. Om het handvatje zat nog een strookje bubbeltjesfolie zodat het niet zo scherp is voor de vingers. O, die hulpvaardigheid zullen we nog missen.


Deze is het geworden. En wat zo leuk is is dat het bloemmotief o.a. Keizerskronen bevat, de bloembollen die mijn vader teelde.



Waar we tijdens de pelgrimstocht meerdere malen verbaasd uitriepen "waar is iedereen" hebben we nu het antwoord: hier.
Wat een gekkenhuis. Je raakt helemaal de kluts kwijt. Zeker na de rust van waarschijnlijk toch een wat meer agrarisch ingericht eiland is.
Zo' n beetje alles wat ik de afgelopen maanden over 'Japan' schreef moet denkelijk met terugwerkende kracht Shikoku zijn.


Het is hier duidelijk grootsteeds. Gigantische shoppingmalls, brede straten met bomen, pleinen, theaters een prachtige bibliotheek. Smallere straten met honderden eettentjes en kleinere winkels.
We dronken koffie in een Starbucks en daar zaten best wel veel jonge mensen die heel modieus gekleed waten terwijl ik steeds op Shikoku dacht: als er mensen zijn die van retro jaren vijftig tot jaren tachtig kleding houden: kom snel naar Japan want daar is alles nog gewoon te koop. 

Er zaten ook twee meisje die maar één ding aan hun hoofd hadden: hun lichaam. Ze bleven maar in spiegeltjes turen, aan haren tutten, kleding rechttrekken en make up aanbrengen. 

Sowieso werden we niet vrolijk van de stad. Wat een eindeloze berg gebouwen diaree in de voorsteden, waar blijkbaar mensen wonen die hard moeten werken voor hun geld. Die geen boom of ander groen zien en het contact met de natuurlijke menselijke leefomgeving volledig missen.


Misschien klink ik wel heel sombertjes en het zijn natuurlijk mijn gedachten maar ik zou hier niet willen wonen. Ik wil mijn mens zijn voelen door met mijn handen in moeder aarde te rommelen, iets laten groeien, de wind voelen, de maan zien en de zonsopkomst, een bloem ruiken, bomen planten, water horen stromen en vogels zien vliegen.
En gelukkig ben ik zo bevoorrecht om dat te kunnen doen en zijn er nog mensen genoeg die dat ook kunnen. Maar duidelijk is wel dat het doorgeschoten urbane niet echt voor mij is.

Inmiddels is het getuut uit de oren en zitten we als twee oudjes op onze kamer te puzzelen, schrijf ik het blog en loop ik af en toe naar de gang om het geschrevene op te slaan.

De planning is om naar de onsen te gaan, die trouwens klein maar prachtig is.
De rugzakken pakken we voor de laatse keer in en om tien uur liggen we op een oor.

Om kwart voor zeven ontbijt en dan vertrekt het hotelbusje om half acht naar Kanzai.

Met groeten Ton




1 opmerking:

Marga zei

Dank je wel, dat ik de reis via het blog heb mogen meebeleven. Nog een goede terugreis.