Wat zie ik nou? Dacht ik nadat ik de slaap uit mijn ogen had gewreven. Wat ligt er nu in de tuin? Dat herken ik helemaal niet.
FF goed kijken tussen de spijlen van het herwerk door. Net achter de scheefstaande stam van het olijfboompje..
Er bloeit een rode anjer en die is goed te zien tegen het wit van het zeil dat op de composthoop ligt.
Het lijkt de Japanse vlag wel.
Eenmaal buiten waren we onder de indruk van de vlakke zee met de prachtige vlekken. Het uitzicht verveelt nooit.
We waren een dagje op pad met de gast, mijn zus. Nu moest er ook een klusje worden gedaan en dat was het betalen van de wegenbelasting.
Daar zagen we wat tegenop want tja, in Spanje gaat dat net anders dan in Nederland. Formulier ophalen in het plaatselijke kantoortje, het bedrag betalen in de bank, met een dik stempel op het formulier terug naar het kantoor ter controle van de betaling.
Foei, je bent zomaar een uur bezig want er zijn meestal wel wat mensen voor je in de rij.
Maar ook hier gaat het beter met de buraucratie.
Op het kantoortje kregen we het formulier, in de bank kan je tegenwoordig bij de pinautomaat de streepjescode van het formulier scannen en meteen betalen. Je hoeft niet meer terug naar het kantoor. Binnen tien minuten helemaal geregeld. Wel kregen we hulp bij het betalen van een Spaanse vrouw die in Rotterdam had gewoond.
We pikten zus op en reden via een mooie route naar het lekkerste taart restaurant.
Om evenwicht te brengen na de taart aten we vanavond peultjes uit eigen tuin.
Maar je lustte toch geen peulen vroeger, zei zus.
Klopt. Als zevenjarig kind brak ik mijn arm en lag ik twee maanden in het Elizabethziekenhuis in Alkmaar. Op de kinder afdeling waar zuster Ehobana de scepter zwaaide. Met harde strenge hand zou ik nu zeggen en niet eens een rechtvaardige.
Ik was ziek in het begin want als hemofilie patient is een botbreuk niet zo prettig en mijn arm was van schouder tot vingertoppen opgezet. Zo sterk zelfs dat er bloedblaren in mijn elleboogsholte ontstonden. Voorwaar geen pretje.
De nonnen gingen ervanuit dat alles wat op het bord lag opgegeten zou worden. Waarschijnlijk ook met het idee dat er moest worden aangesterkt want na een paar dagen kreeg ik een bord vol met kip, peulen en aardappelen. Ik denk dat ik een hap had gegeten en toen niets meer wilde. Maar dat kon niet volgens de zuster en ik moest het bord leeg eten. Ik denk dat het een jaar of twintig heeft geduurd voordat ik weer kip en peultjes kon eten.
Maar nu vind ik ze heel lekker, zeker als ze uit eigen tuin komen.
De Tragipogon porrifolius. De naam van deze plant wist ik niet maar kreeg die via een van mijn blog lezers. De wortel is eetbaar. Hij past dus goed in het plukbos idee.
En ook al is het eurovisiesongestival achter de rug. De zaadpluizen doen me aan het eurovisie-logo denken.
Met groeten Ton
1 opmerking:
Weer helemaal bijgelezen. Leuk!
Een reactie posten