In de tijd dat ik als kok in verzorgingshuizen en ziekenhuizen werkte en niet kon omgaan met klachten riep ik altijd: als ik oud ben, word ik de grootste zeikert die er is.
Nederlanders die in Spanje wonen zitten altijd te zeuren hoe koud het is en hoe slecht de winter in Spanje is.
Dus zitten we vanavond aan de maaltijd. Het is zo rond acht uur en we zitten op het terras te genieten, niet alleen van de wijn en het eten maar ook van de zon die langzaam achter de bergen zakt.
Ik haal ff een truitje hoor, zegt zus, ik heb het koud.
Ja, het koelt wel af he, zegt Rick, om vervolgens te verdwijnen om een sweatshirt aan te trekken.
Mijn eigen eigenwijze karakter verbiedt het me om ook een shirtje te halen maar haal wel de thermometer en maak een foto.
20 Graden hoor, zo warm is het in Nederland de afgelopen maand nog niet geweest.
Vanmorgen liepen Rick en ik onze favoriete tocht naar Acebuchal. 6 Kilometer door het park op weg naar koffie en gebak.
Nog heerlijk in de schaduw want ook 's morgens om half tien is het al behoorlijk warm. De fietsers leken nergens last van te hebben maar voor de Spanjaarden is het dan ook eigenlijk al winter.
Omdat het fototoestel steeds vreemder gaat doen heb ik er maar een overbelicht zwart/ wit probeersel van gemaakt.
Vanavond om half zeven klommen de wolken voorzichtig tegen de bergen van Malaga op.
Om half negen zag het er zo uit.
En dat is wellicht één ding waar ik nooit over zal klagen: dit uizicht verveelt nooit. Misschien net als het licht op Texel. Het is nooit hetzelfde.
Nog vier jaar, zei Rick tijdens het eten en dan is dit ons vaste uitzicht.
Goed vooruitzicht.
Met groeten Ton
Geen opmerkingen:
Een reactie posten