Heb je last van je ondergebit? Vroeg ik aan mijn moeder, die zonder ondergebit aan tafel zat.
Ze voelde met haar wijsvinger in haar mond en keek me leeg aan.
Ik liep naar de verzorgster en vroeg of die daar iets van wist. Nee, maar ik vraag het zo direct aan mijn collega die heeft geholpen bij het eten.
Toen ik weer naast mijn moeder zat pakte ik haar arm vast. Ze schrok en vroeg wat ik deed.
Ik pak je arm, dan hebben we even contact. (En zo voelt het ook)
O.
Omdat ze haar hele leven groene vingers heeft gehad, verwees ik naar de boeketten die op tafel stonden.
Mooie bloemen heb je staan.
Ja.
Weet je nog welke bloemen erin zitten?
Een dooie, zei ze. Wat klopte want de hyacint was al behoorlijk uitgebloeid.
Ze pakte het vaasje vast en draaide het rond en tot mijn verbazing lag het kunstgebit netjes in het boeketje.
Ik begon te lachen en wees op de bijzondere bloem. Ik zag geen herkenning in haar ogen.
De verzorgster kwam meteen aangelopen en pakte het gebit op, maakte het schoon zodat mijn moeder het weer in kon doen. Die pakte het aan en stopte het in haar mond.
Past ie, vroeg ik.
Ze knikte en keek triomfantelijk in het rond.
Met groetenTon
Geen opmerkingen:
Een reactie posten