Zondag 27 november
Het was voorspeld: de hele dag regen en dat terwijl we een flinke dag van 27 km met veel klimmen voor de boeg hadden. Het werd dus officieel de vijfde ponchodag met meer en langduriger regen dan de eerste vier bij elkaar.
We sliepen heerlijk onder een dik en zwaar dekbed, beiden droomden van ruzie, moeilijk en gedoe. Zeker vanwege de warmte onder die dikke plof.
Om zeven uur op pad. Eerst nog even naar de supermarkt voor koffie en een zoetje om daarna de hangbrug over te gaan. Wat heerlijk om niet om te hoeven lopen of om langs de snelweg te gaan.
De eerste twaalf kilometer ging langs een zeer rustige weg die langzaam maar zeker naar 900 meter steeg. Gelukkig was het koud zodat we niet al te veel oververhit raakten onder onze plastic hulzen.
Wel hadden we alle mentale mogelijkheden nodig om het goede humeur te behouden.
Wat we dan onder andere tegen elkaar zeggen is dat bij de volgende bocht een bodybuilder staat met koffie, thee en iets lekkers, die onze rugzakken verder draagt en nog wat ondeugende gedachten.
Nou die zien we dus nooit maar ach: hoop doet de gek in vreugde leven.
Ik telde een paar keer tot 1000 en toen ik de tel kwijt raakte kwam dat omdat de gedachten afdwaalden naar Christian Jessen die voorbij de bocht met koffie zou staan. Op dat moment stopte er een auto die van bovenkwam, het raampje ging open en een monnik gaf ons twee chocolaatjes.
Ook leuk en daarmee konden we weer een km verder.
Ook hield ik me bezig met het weghalen van opgehoopte bladeren uit de watergoten. Onbegonnen werk maar het leidt af.
En heerlijk om zonder lichamelijke problemen of vermoeidheid een rugzak van 13 kilo, ja het universum zorgt voor klontering van materie, een berg op te slepen. Dat getrainde lijf draagt er, wat mij betreft, ook aan bij dat de geest gezonde gedachten kan blijven houden.
Waar ik me bewust van begin te worden is dat boosheid ook een mindset-achtig ding is. Vandaag tijdens slechte weersomstandigheden met een tien kilometer lange klim was ik niet uit mijn humeur te slaan. Wel van belang is dan voor mij om de gedachten zuiver te houden. Als ik eenmaal denk : wat is die weg lang, was er nou geen kortere, of een minder steile weg, begeef ik me op hellend vlak. Er lijkt toch echt een moment te zijn waarop ik besluit mezelf op te fokken tot boosheid of in kalmte kan blijven en de dingen eerst te overdenken of te relativeren.
Naarmate we verder naar boven klommen werd het kouder en kouder en steeds grimmiger doordat het mistiger en donkerder werd.
Zo zag de tempel er vanaf honderd meter uit.
En dan sta je boven in de wind, verkleumd, nat en moet je de rituelen doen. Dus heb je kaarsen nodig en wierook en je boek waar de hartsoetra instaat. Daarvoor moet je de tas hebben die in de rugzak zit. Poncho afpellen, rugzak af, tas pakken, regenjas aan en door de regen naar de tempels.
Bij de tempels is bijna nooit iets waar je even binnen kan zitten. Dat is meestal geen probleem omdat het droog is, in ons geval in ieder geval maar met dit soort dagen snak je daarna.
We kleumden dus even bij de nokyosho voordat we aan de stevige afdaling begonnen. Ging het luikje open, kregen we vier koekjes en mochten we binnenkomen en opwarmen bij de kachel.
We kregen nog wel discussie om met de kabelbaan naar beneden te gaan vanwege het slechte weer en de stijle afdaling maar besloten uiteindelijk om toch te gaan lopen.
Dat werd beloond met het stoppen van de regen en toen we beneden waren bij het grondstation van de kabelbaan met een udon restaurant waar we heerlijk konden doorwarmen.
Ik wil nog wel wat bijstellen. Japan is erg netjes en er ligt weinig rommel op straat. In het buitengebied is het wat minder en wordt er ook best wel het een en ander uit auto's gegooid of gewoon op straat gesmeten.
Schoon? Voor het oog ziet het er keurig uit maar op hotelkamers ligt veelal zeer vlekkerige vloerbedekking en ligt er veel stof op randjes die ik wel maar de Japanner niet ziet. Vorige week waste ik de lakenzakken uit de slaapzak en legde die over zo'n gigantisch tv scherm om te drogen. De volgende morgen bij het weghalen zaten er grote stofproppen aangeplakt.
Dit zijn een paar foto's uit het udon restaurant. Kijk dan naar de koelkastdeuren en het handdoekje bij de wastafel.
De laatste zeven kilometers waren niet zo interessant, bleef het miezeren en viel het donker vroeg in. We moesten nog wel even zoeken voordat we de minshuku gevonden hadden.
Maar inmiddels zitten we in een grote kamer, zijn we in bad geweest, zit de was in de machine, zijn de schoenen drooggedept en heb ik de zooltjes in de droger gestopt. Dat laatste is waarschijnlijk niet de bedoeling maar ik vond dat het doel de middelen wel heiligde.
Er is een Amerikaans pelgrim waar we na de maaltijd even mee gaan socializen.
Met groeten Ton