Zaterdag 26 november
Wat hebben wij heerlijk liggen knorren.
Een dag klimmen is al voldoende voor een goede nachtrust maar een gezamenlijk diner met Japanners kostte een overdosis aan energie en liet ons in een diepe, comateuze slaap zakken.
Het was heel leuk zo samen te eten maar de conversatie vroeg wel het een en ander.
Ongeveer zoals toneelspelen zonder tekst meer energie kost dan met tekst.
We merkten ook dat er op ons gelet werd. Dus werd ik onzeker en viel er van alles van mijn eetstokjes, schopte ik onder tafel tegen de persoon aan die tegenover mij zat omdat ik met mijn knie niet in kleermakerszit kan, kreeg ik een vermoeide rug van het zitten zonder ruggesteun en durfde ik mijn knie niet boven tafel uit te laten steken in de veronderstelling dat dat wellicht onbeleefd zou zijn.
Slurpen en smakken mag wel want dat werd met veel genoegen luidruchtig gedaan en met je eetstokjes de rijst vanuit de kommetje je mond inschuiven mag dus ook.
Vanmorgen klonk de reveille om half zes want ontbijt werd om zes uur geserveerd.
Ook het ontbijt was prachtig om te zien met allerlei kleine beetjes voedsel in leuke en mooie schaaltjes.
Er zaten o.a kleine gefermenteerde boontjes bij, daar doe je wat sojasauce bij en wat wasabi en dat moet je vervolgens snel, en volgens de eigenaresse 50 keer, roeren. Het werd schuimig en kreeg taaie slijmerige draden. Niet smakelijk om te zien maar ik vond het wel lekker. Smaakte een beetje naar schimmelkaas.
En ook nu zat iedereen te kijken wat die buitenlanders er van vonden.
Meteen nadat het eten op was werd er afgerekend en kreeg iedereen zijn lunchpakketje mee.
Na het ontbijt hoefden we niet meteen weg en dat was maar goed ook want wat was het koud en mistig. (later zagen we een digitaal bord dat 7 graden aangaf) We bleven nog een half uurtje lekker met het kacheltje aan op de kamer.
Dat we vertrokken wilde een van de gasten nog wel een foto van ons, samen met de eigenaar van de minsuku. De eigenaar liep met ons mee de straat op.
Ik denk dat we nog wat aanwijzingen krijgen, zei ik tegen Rick.
Daarop maakte hij een grapje door naar mij te wijzen om naar links te gaan terwijl alle pijlen naar rechts wezen.
Nee gebaarde de man, naar rechts. Totdat hij merkte dat het een grapje was en kregen we een vette lach en schudde hij ons de hand.
We moesten verschillende keren omkijken en zwaaien want de man bleef staan kijken tot we de bocht om uit het zicht verdwenen.
De eerste 8 kilometers van de minshuku tot ons hotel voor komende nacht, liepen we nog langs de drukke weg. In het hotel mochten we al op onze kamer en konden er onze rugzakken neerzetten om zonder bagage verder naar bekakku 15 te gaan.
Vanuit onze kamer keken we op de rivier waar een mooie hangbrug te zien was.
He, da's bijzonder. Juist omdat gisteren tijdens het diner iedereen zich met onze dagmars van zondag bezighield waarvan werd gezegd dat we een heel stuk zouden moeten omlopen omdat er bij het door ons gereserveerde hotel geen brug was om de rivier over te steken.
Nadat we hadden ingecheckt nog een paar kilometer langs de drukke weg, waar gelukkig wel een Lawson zat voor koffie en een zoetje. Daarna op een secundaire weg naar het grondstation voor de kabelbaan naar tempel 15 naar het begin van het pad.
Even a view from a bridge om het brede dal te laten zien.
Volgens een monnik die we gisteren spraken had tempel 15 iets te maken met Pinokkio. Wij maakten er uit op dat de naam van de tempel werd gebruikt voor leugenaars die zeiden naar de tempel te zijn geklommen maar stiekum toch met de gondel zijn gegaan.
In de hoofd tempel werd duidelijk dat het te maken had met deze afbeelding.
Wonderlijk.
We klommen via een goed begaanbaar maar steil pad omhoog dat ergens halverwege de kabelbaan zou kruisen.. Toen we dat punt bereikten waren we ook meteen bij de tempelpoort.
Dat ging snel, riepen we beiden, zeker een foutje in het boek.
We besloten om even een pauze te nemen en wat te proeven van de vier o-settai snoepdingen die we gisteravond kregen. Nee, dat vonden we niet lekker maar weggooien mag niet.
Zal ik de overige drie als o-settai weggeven aan de eerste drie pelgrims die langskomen, stelde ik voor.
Het was een echtpaar op leeftijd samen met hun zoon en ze leken oprecht blij verrast.
Daarna bogen we bij de poort en zagen toen deze brede allee opdoemen.
Vanaf dit punt was het nog minstens 150 meter hoger tot we bij de uiteindelijke tempel waren.
Wat een groot complex, met grandeur en dat zo hoog in de bergen.
Het lijkt wel of we in een film zitten van Indiana Jones, zei Rick nadat we nog weer een serie trappen omhoog gingen.
Toen we de eerste gebouwen zagen, zochten we de grote bel en de hondo maar die konden we niet vinden. Wel zagen we het stempel kantoor waar een monnik zat en die zei: de hondo ligt hoger. We kregen een plattegrond en ja hoor: nog 240 treden te gaan.
Kunt u meteen ons boek stempelen, vroeg Rick aan de monnik.
Nee eerst moesten we de gebeden doen en zo hoort het ook. Het is tenslotte de 88 tempelroute en niet de 88 stempelroute.
Eenmaal weer terug bij de monnik kregen we twee blikjes koffie.
In het complex zijn beelden en zand van alle 88 tempels bijeengebracht zodat je in een dag de hele pelgrimsroute kunt afleggen.
Deze man was een soort ballet aan het doen, of thai chi of capueira.
Weer beneden aangekomen aten we onze gekregen lunch op. Daarna de 5 kilometer terug naar ons hotel waar de verwarming aanstaat, we lekker hebben gebadderd en rozig op bed liggen.
Met groeten Ton
Wat we wensten.
Tempel bekakku 15 Hashikuraji
Respect tonen voor iedereen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten