Het begon vannacht al. De wind giert dan door de kieren van de schuifdeuren maar dat is bekend en toch ga ik van nachtelijke geluiden zweten. Ook hoorde ik steeds gebonk maar ook dat wist ik te duiden: de plantenhangers die tegen de muur slaan.
Daarmee verklaar ik het hangplanten project mislukt. Het is me teveel gedoe en het is te kwetsbaar. De wind giert te hard door de doorgang, met vorst is deze plek daardoor extra gevoelig en als het heet is, is het er té heet. Weg dus met die troep.
De hanger die tegen de muur sloeg had ik vanmorgen vroeg al weggehaald maar deze foto’s zijn om te laten zien hoe ze slingeren.
En ik houd al niet van wind.
Vanmorgen ging het nog wel en werkte ik wat in de tuin. Maar de wind trok steeds verder aan en terwijl ik compost in de borders strooide, woei er meer in mijn ogen dan tussen de planten. Ook moest ik de gestrooide compost vastleggen door er water over heen te sproeien anders was de helft weggewaaid. Kortom: tijd om naar binnen te gaan.
Als wij eten moet Leo in zijn kooi anders gaat hij zitten bedelen en hij krijgt zijn brokken echt pas als wij klaar zijn. Gehoorzaam als altijd gaat hij op commando naar zijn plaats. Maar de laatste dagen doet hij iets nieuws. Zijn voorpoten legt hij over de rand zodat ze naar buiten steken en zijn kopje legt hij daar bovenop.
Daarbij kijkt hij heel lijdzaam en laat zuchten zo groot als koescheten.
Met groeten Ton