Nu weet ik dat ik dit ook kan.
Het mooist aan het werk binnen de Vrijwillige paliatieve zorg is dat ja daar alleen maar (mooi) hoef te zijn.
Waar verpleegkundigen en verzorging het steeds drukker krijgen is de meest gehoorde klacht dat er geen tijd is voor sociaal contact met de cliënt. Wij als vrijwilligers hebben daar juist alle tijd voor en het is ook precies waar ik goed in ben.
Zou jij naar Mw, X willen, vraagt de coördinatrice, eigenlijk wil ze geen man maar ik heb gezegd dat er op het ogenblik geen keus is omdat er zoveel cliënten in zorg zijn.
Natuurlijk wil ik dat.
Dus stond ik om 9 uur 's morgens naast het bed van een 94 jarige oude dame.
Ze keek me zeer helder aan en en nadat ik me had voorgesteld vroeg ze: in welke hoedanigheid bent u hier?
Ik kon een glimlach niet onderdrukken en zei dat ik voor de VPTZ bij haar in huis zou komen zodat in geval van nood ik zou kunnen helpen.
O, goed.
Nadat de de verpleegster weg was vroeg ze om een beetje water. Ik gaf haar dat aan en ze antwoordde: thank you.
Your wish is mij command, antwooordde ik.
Ze begon te lachen en vertelde dat haar man dat ook altijd zei. Het ijs was daarmee gebroken en ik vroeg haar of ze een leuke man had gehad.
Ja, met mij had hij meer problemen hoor en ze toverde een brede grijns op haar gezicht.
Na een half uurtje.
Zou jij mijn blauwe ochtendjas willen geven?
Daar schrok ik een beetje van omdat gezegd werd dat mevrouw niet meer uit bed kon komen. Maar wie ben ik dus reik ik haar de jas aan.
Ik moet naar het toilet.
Kunt u dat nog?
Nee ik wil op de postoel.
Help denk ik. Maar eh, uh, dat doe ik niet hoor ik ben hovenier. Ik kan wel de zorg bellen.
Dat doe ik maar het zou even duren voordat die zouden komen.
Maar ik moet nu kwam er na een paar minuten uit.
Ik haal de postoel, help mevrouw uit bed en wil haar op de po zetten. Maar.......... dan moet wel haar pyamabroek naar beneden. Schaamrood schiet me naar de wangen, zeker omdat ik weet dat ze eigenlijk geen man aan haar bed wil.
Zonder na te denken zeg ik: sla uw armen maar om mijn nek waarna ik doe wat er nodig is.
Na vijf minuten inclusief de door mij gehanteerde washand met warm water ligt ze weer in bed.
Dat is goed gedaan, zei ze.
Mevrouw viel in slaap en ik zat nog een half uurtje te hyperventileren.
Toen ik om twaalf uur werd afgeslost nam ik afscheid.
Ik vind u een bijzondere vrouw.
Ze wuifde mijn woorden weg en zei dat ze niet bijzonder was.
Het is ook geen deugd om bijzonder te zijn. Maar het is wel bijzonder dat een 94 jarige dame op haar sterfbed nog helder van geest is, grapjes maakt en na een slaapje van een uur mijn naam roept terwijl zij me slechts een keer heeft gezien.
Ik kreeg een vette glimlach.
En...u bent nog niet van mij af. Ik ben net Heintje Davids en kom overmorgen terug.
Met groeten Ton
Geweldig Ton, wat een fantastisch verhaal!
BeantwoordenVerwijderen