Onze zondagochtendwandeling ging naar El Acebuchal.
Voor de lekkerste taart?
Nee. Ik bakte gisteravond nog een heerlijke goed geslaagde, met een mooie krokante korst van bladerdeeg, Pastel de Nata. En daarvan aten we het laatste stuk voordat we vertrokken.
Als je ergens een tijd niet bent geweest, vallen er altijd wel weer nieuwe dingen op. En…..we keken ook weer anders na de pelgrimage waar we vaak verrast waren bij al het nieuws dat we zagen.
Het was ook het eerste dat we opmerkten: nu we hier zo lopen zien we allerlei dingen die we nu pas kunnen zien omdat we ze in eerder in een andere, nieuwe situatie zagen.
Hoe vaak zagen we geen stroompjes, beken en riviertjes?
En nu? Zagen we dit stukje rivier in het dal voor het eerst.
Wonderlijk toch hoe het allemaal werkt in en met ons brein.
Na de overvloedig regen rond pasen staan er voor het eerst in een jaar of drie weer veel onkruiden mooi te zijn.
El Acebuchal bestaat uit een stuk of zeven gehuchtjes die in de tijd van Franco op zijn bevel zijn ontruimd omdat het broeinesten van verzet zouden zijn. En hoe mooi om te realiseren dat we vandaag in vrijheid hier van kunnen genieten.
De gehuchtjes stonden tot begin tweeduizend leeg en er ene Antonio was die begon met het restaureren van een huis en er een restaurant in startte. Het lekkerste taart restaurant.
Omdat dat succesvol was werden er meer en meer huizen opgeknapt en bewoond maar ook veel werden er verhuurd voor vakantie doeleinden.
Dit roze huis was tijdens onze laatste wandeling nog wit. Nu is er een romantisch tafereel van gemaakt. Het huis staat langs de weg in een van de gehuchtjes.
Een ander gehuchtje ligt wat dieper in het dal.
En dit is Antonio, de man waarmee het begon.
Hij heeft ook een winkeltje tegenover het restaurant en altijd vraagt hij of we in dat winkeltje willen kijken. Maar na een keer wat gekocht te hebben weten we het wel. Trouwens: als we gasten hebben ga ik altijd even mee voor eventuele vertaling.
Antonio draagt nog steeds zijn steentje bij. Hier zit hij rustig aardappels te schillen en ineens kwam een van de medewerksters hem even heel lief omhelzen en op zijn hoofd kussen. Heel aandoenlijk.
Na een kopje koffie en thee; naar huis. Teruglopend zie ik altijd weer wat anders. Van deze Verbascum zou ik wel zaden willen hebben. Een wandeling in september staat daarmee op het programma.
Het lijkt allemaal heel ver weg maar het park waar we in wandelen ligt bijna in onze achtertuin. Op de berg links wonen we. Wel net aan de achterkant van de top.
De Iberische iris bloeit. Er stonden er behoorlijk veel.
Jammer genoeg bloeien ze dit jaar niet in de tuin van De Klompen. Uiteraard even gecheckt: er staan wel bollen maar daar komt alleen maar klein blad uit. Dat zijn dus nog jonge exemplaren. Ik zal moeten wachten totdat ze volgroeid zijn en gaan bloeien.
Met groeten Ton
Prachtig deze ontdekkingen en de nawerking van de pelgrimstocht op het brein. De irissen zien we hier in Japan nu veel.
BeantwoordenVerwijderenLekker dat je pastels zo goed worden!