donderdag 13 juni 2019

Onflatteus


Wat schreef ik nou vorige week over Antonius? Dat het waarschijnlijk de meest gebruikte naam van Spanje is.
Vanmorgen was het bewolkt en besloten we om vandaag, de laatste dag van de gaste hier, naar Acebuchal te lopen voor de lekkerste taart. 
En gasten maken normaal gesproken foto’s van zaken waar ik al lang aan voorbij ga.

Dus maakte ze een foto van het piepkleine kapelletje van Antonius.


Waarom die pot met ingetekende bloemen? Nou omdat ik mijn dunne benen, gestoken in wandelschoenen en iets te hoog opgetrokken sokken niet direct heel flatteus vond staan.


Vanaf hier is het nog slechts vijftig meter naar het restaurant.



Oei, gesloten. Wat is dat nu voor flauwekul. Ze zijn altijd open. Is er dan een feestdag of zo? Niet dat ik weet.



Wel zaten we een halfuurtje een beetje mistroostig aan een leeg tafeltje voordat we terug gingen.

Thuis eerst maar eens gezocht op het web en ja, er was een feestdag.
Weet je van wie, vroeg Rick.
Nou, dan kan dat alleen maar die van Antonius zijn.
Ja.

En wat blijkt is dat Antonius onder andere de beschermheilige is van reizigers. Nou die Antonius is wel aanwezig. Zo slapen we tijdens de Nijmeegse in het pelgrimshuis van de Antonius parochie en wandelen op weg naar Rome via Padua.

In ieder geval is de gast weer in het vliegtuig gestapt en stapten wij vanavond een leeg huis binnen. 


Het boek van Peter Wohlleben geeft nog steeds stof tot nadenken en laat me dingen zien waar ik eerst aan voorbijging.

Een boom kan wel tot miljoenen zaden produceren in haar leven. Maar gemiddeld zal slechts een van die zaden uitgroeien tot een volwassen boom.

Tja, en ik maar denken dat het aan mij ligt dat van de ongeveer 80 opgekomen pijnboom zaden er slechts vier Pijnbomen op het perceel staan die ik zelf heb opgekweekt.

Veel zaden zijn niet levensvatbaar, andere vallen op plekken met ongunstige omstandigheden of worden opgegeten door dieren. De gelukkigen ontkiemen maar kunnen als jonge plant worden opgegeten door dieren of verdrogen of bevriezen bij extreme omstandigheden. Kortom dan zijn mijn vier bomen eigenlijk een goede score.

Ook het aantal Cycas dat daadwerkelijk in mijn tuin staan is, vergeleken met de hoeveelheid zaden die ik ooit na lang vertroetelen in een verwarmd kasje in Heiloo tot plantje wist te brengen, opvallend laag. Niet meer dan 3, zegge drie, waarvan er sinds gisteren weer een in de babykamer is gezet wegens slechte groei. En van de tientallen Algarobbozaden is er een die inmiddels een meter hoog is en op een van de hellingen het Andalusische klimaat glansrijk weet te trotseren en een stuk of vijf die nog staan te twijfelen of ze gaan groeien of de handdoek in de ring gooien.

En dan de Aloëzaden. Mijn meest recente project.

Die doen het goed.


Ongeveer 45 zag ik er vanmorgen. Het lijken wel haaienvinnetjes die boven de grond uitkomen. Tijd dus om weer eens wat over Aloe zaailingen te lezen.
De gaste begon me trouwens na een paar dagen al een beetje uit te lachen. 
Ga je nu alweer tellen?
Ja, ik moet weten hoe ze het doen en meten is weten tenslotte.  En ja misschien is twee keer per dag ook wel een beetje ziekelijk.


Aloë zaden komen goed en talrijk op zegt het web, daar ligt het probleem niet. Het begint pas tricky te worden als ze verplant moeten worden van het zaaibed naar een potje. Dan vallen de meeste plantjes weg. De worteltjes zijn dan nog steeds heel klein en kwetsbaar. Aan te raden is om ze minimaal 6 maanden in het zaadbed te laten staan tot ze meer body hebben.
Nou komt dat goed uit want we zijn minstens vier maanden niet hier maar wie gaat er voor zorgen? Zoveel als ik kwam te weten over Antonius is hij in ieder geval niet de beschermer van Aloë zaailingen.
Zondag komt een echtpaar dat ik ken van de tuinclub hier lunchen........... 

Het moet toch raar gaan willen ze niet op een bakkie zaailingen passen.



Met groeten Ton








Geen opmerkingen:

Een reactie posten