woensdag 5 december 2018

Eigenaardigheden


Je nieren zien er normaal uit, zei de dokter gisteren waarop ik antwoordde: dan zijn ze normaler dan ik.
En soms voelt dat ook echt zo. Want hemeltje nog aan toe: hoeveel eigenaardigheden kan een mens hebben?


Gisterochtend was ik vroeg wakker en lig dan wat te mijmeren, te piekeren of vraag mezelf af: waarom lig ik wakker? Behalve piekeren lig ik ook te woelen.

Sinds we een jaar of vier geleden als een soort reizend circus gingen leven is mijn gevoel van ‘veiligheid en ergens bij horen’ op de proef gesteld. In steeds andere woonomgevingen mis ik die gevoelens regelmatig.
En dat is een oud gevoel. Het vindt zijn oorsprong in de tijd dat ik als kind seksueel ben misbruikt. 
Nu ga ik altijd uit van het principe; als je vroeger een klap hebt gehad wil dat niet zeggen dat de hele wereld je wilt gaan slaan. Ik probeer die wereld dan ook niet als zodanig tegemoet te treden want dat zou me gewoon tot een ongelukkig mens maken en gelukkig ben ik dat niet.
Het lukt me dan ook vaak genoeg om de mensheid als goed te zien maar soms is dat oude gevoel er en dan duurt het altijd een tijdje voordat ik besef dat ik de wereld wantrouwig bezie. Ik voel me dan niet veilig, ben geprikkeld en houd mezelf op afstand.
Na de vergadering van de VVE, waar de verhuur van ons appartement werd verboden, riep ik wel heel grootmoedig dat ik na twee dagen mijn wonden voldoende had gelikt maar dat was toch wat te kort door de bocht.
Dat werd me dus gistermorgen duidelijk. Natuurlijk zit het dan al een paar dagen iets dwars maar kon er geen vinger opleggen.

Sinds een paar weken ligt er een extra deken op ons bed. Eerder sliepen we altijd onder een donzen dekbed maar die ligt in Spanje. Hier liggen we onder een synthetische deken. Niks mis mee maar net niet warm genoeg voor onze half Spaanse lijven. 
Al woelend en piekerend schoof ik gisterochtend mijn arm linkerarm tussen de twee dekbedden in. En alsof de huid een geheugen heeft was ik plotsklap weer een kind.
In bed regelde ik het vroeger zo dat mijn kussen, alle lakens en dekens contact met mijn huid hadden. Daarvoor stak ik mijn armen altijd tussen verschillende lakens en dekens in. Ik praatte ook met ze en was dankbaar dat ze me beschermden. Zij waren op hun beurt weer vereerd om direct contact met mij te hebben. Het kussen had de meest eervolle taak: mijn hoofd te mogen ondersteunen. En altijd trok ik het laken of een deken zo over mijn hoofd dat die, als een soort troostprijs, mijn hoofd mocht warmhouden.
Trouwens dat laatste doe ik nog steeds: bijna altijd trek ik het dekbed veilig over mijn bol en Rick zegt dat dan ook vaak: lekker veilig he?

Ach, zo terugkijkend doe je nogal wat als kind om te overleven. Ik was dit helemaal vergeten.

Wel fijn om zo’n kinder ding te kunnen plaatsen want als kind begreep ik natuurlijk niet dat dit een bescherming voor me was. 
Een bescherming die ik als jong volwassene had en waar ik wel heel bewust van was, was het dragen van een vest. Mijn moeder breidde veel truien voor mijn broers en zussen maar ik vroeg vaak of ze voor mij een vest wilde maken. Eentje die ietsjes te lang was zodat mensen niet naar mijn kruis konden kijken. Altijd net iets te warm gekleed en altijd bang dat er toch iets te zien zou zijn gaf dat meer zorgen dan vrijheid. Ik herinner me dan ook nog heel goed dat ik dacht: nu is het klaar. Geen vesten meer. Laat ze maar kijken als ze dat willen. En natuurlijk gebeurde er helemaal niets.

Anyway. 

Het is nogal grauw de laatse dagen. Wel maken we elke dag een rondje dijk.



En ja, achter de wolken schijnt de zon.



Het was nogal rustig.



Moest het opzoeken: Wulpen.



Scholeksters op1pootje.

Met groeten Ton


Geen opmerkingen:

Een reactie posten