Gistermiddag nadat we de eerste koorrepetitie en aansluitende borrel achter de rug hadden, brachten we een nieuw bezoek aan de ijzerwarenhandel.
Ja, hoor meneer, die ringetjes hebben we en warempel: ik kreeg gratis een passende ring mee naar huis.
Vanmorgen eerst maar eens proberen.
Gr#oA*Rrghhhh.
Ik kreeg het aansluitstuk niet vastgeklikt in het apparaat. Ringetje te dik.
Niet bij de pakken neerzitten Pietje, dacht ik snel voordat ik in de mopper en boosheidmode schiet.
Wat kan je doen?
Met een scherp mes een randje van het ringetje afsnijden. En ja, dat maakte het verschil. Apparaat werkt zoals het hoort.
Ben je nu niet blij, vroeg Rick.
Nou uh nee.
Waarom niet?
Omdat het met te veel gedoe gepaard ging.
Anyway.
We maakten vervolgens eindelijk het terras schoon.
En aansluitend tutte ik de rest van de dag met planten.
Ik denk dat het wel een jaar of vier geleden is dat ik aan een dame van het koor vroeg of ze zaden van die prachtige purperkleurige Acaia die in de tuin stond voor me wilde verzamelen. Nu zijn dat van die dingen die een mens vraagt maar vervolgens meteen weer vergeet.
Ik was dan ook verrast dat de betreffende zangeres me vlak voordat we naar het noorden afreisden me een zakje met zaadjes gaf.
Het duurde wel lang maar dat kwam omdat er maar geen zaden aan de boom kwamen, verontschuldigde ze zich. Tot dit jaar.
Heel blij mee want het is een bijzondere boom.
Vooral vanwege de bladkleur samen met het geel van de bloemen.
Dus dook ik het internet op voor info.
Zaden van Australische inheemse planten ontkiemen het best als ze met heet water worden overgoten. Stratificeren heet dat en het bootst de natuurlijke omstandigheden na. In dit geval een bosbrand waar de zaden een korte hitte doorstaan en daarna pas ontkiemen.
Maar toen ik nog eens specifiek naar de Acacia zocht stond er nog een tip. Rook.
Na een bosbrand zitten er in de verbrande aarde stoffen die er voor zorgen dat de zaden nog beter kiemen. En in het artikel zat een link waar je rookaroma kon bestellen.
Tja, denk ik dan: dat maak ik zelf wel.
Dus pakte ik uit de borders een paar flinke handen acaciablaadjes, stopte die in een pot en stak ze in brand. Na een halve minuut de pot afdekken en het vuurtje langzaam uitlaten gaan. Er ontstaat dan een dikke rook die in de pot blijft hangen.
Nadat alles weer was afgekoeld, sproeide ik er water over. Wat later goed doorroeren en de vervolgens het water door een zeef gieten.
Stap een is gedaan. Het ruikt heerlijk trouwens. Naar rookworst en gerookte paling en zalm.
De zaadjes in een glas en overgieten met heet water. Een nacht laten staan en als het goed is zie je er witte puntje uit komen.
Sommige zaden doen niets en zijn dan niet goed.
Hier zitten de kleinnoodjes veilig in de aarde en die besproeide ik met het rookwater.
Ook al is de officiĆ«le naam Acacia baileyana ‘Purpurea’ zal hij bij ons waarschijnlijk de Jo en Tomboom gaan heten.
Moeten er natuurlijk wel zaden opkomen.
Met groeten Ton
Toch een hoop gedoe voor de zaadjes. Maar als ze uitkomen en er een boom uitgroeit, dan heb je echt eer van je werk. Dat kunnen we natuurlijk straks volgen. Succes!
BeantwoordenVerwijderenGoed en inventief gedaan zeg. Wij vernoemen planten ook vaak naar de gever: 'geef jij Wil nog even water?'
BeantwoordenVerwijderenVanuit Downunder is het mooi om te lezen -en te zien- dat er ook een Australische invloed is op jullie "tuingedrag"! Groetjes uit Perth!
BeantwoordenVerwijderen