21 September. De herfst is begonnen ook al is het hier naar Nederlandse begrippen nog gewoon hoogzomer.
Eigenlijk hebben we vanaf april alleen maar zon gehad, zei Rick. En vervelen doet het niet.
We hebben met al die zon in ieder geval geen levertraancapsules nodig.
Van San Sabino naar Rosaro, 32 kilometer. 49968 Stappen.
Heerlijk geslapen in de knusse herberg. Wel onder de klamboe want steekbeestjes waren nogal aanwezig.
Dank meneer pastoor voor de gastvrijheid.
Het ontbijt bestond uit een laatste sneetje brood met nog een flintertje brie dus bij de eerste bakker die we zagen, bijtanken.
Je maakt wat mee in de stad.
Het is droog hier en de beloofde regen van een paar dagen geleden bleef uit dus waar komt al dit water dan vandaan?
Nou, uit twee grote scheuren in de weg. Beslist iets met een gesprongen leiding.
Een zelfbevlekkings afwerkplek. Of zoiets.
Maar wij gaan snel door naar het platteland. Langs een riviertje dat ook bijna droog staat. Net als de rivier die door de stad loopt. We lazen gisteren op een infoblad dat er vier rivieren door het dal lopen die vroeger ongeveer 60 molens draaiende hielden. Inmiddels wordt nagenoeg al het water gebruikt voor andere doeleinden. Welke konden we niet zo snel uit de tekst halen.
Tabaks oogst. Wat later zagen we ook schuren waar de bladeren in gefermenteerd werden.
O hier blijft dus dat water.
In de wandeling zat een stevige klim. Het is altijd kiezen: gaan we via de steile paadjes of de wat langere maar geleidelijker stijgende en dalende weg. Hangt natuurlijk ook af hoe druk die weg dan is. En dat weet je dus niet van te voren. We kozen de weg en gelukkig was die niet druk. Maar het blijft goed opletten voor ons want hier is rijden met de telefoon in de hand of aan het oor een ’één tweetje’.
Nu gaan we ervan uit dat het universum zorg draagt voor het leven van twee pelgrims, maar we zijn natuurlijk zelf ook verantwoordelijk.
Ergens halverwege hadden we een stop met koffie op precies het goede rustmoment. Rick zocht via Booking naar een plaats om te slapen.
He, dat huis in Aquasparta is toch weer vrij. Zullen we dat boeken?
Dat is goed, zei ik.
Na een paar minuten is het geboekt en gaat Rick de plaats invoeren in Maps.me.
Stilte.
Hé. Wat is dit nou?
Wat is er, wilde ik weten.
Dat huis is niet in Aquasparta maar in Rosaro. Dat is een gehucht zeven kilometer verder en hoort bij Aquasparta. Shit. Er zit ook nog een extra klim in en er zijn geen winkels o.i.d.
We zien het zo vaak staan. Plaatsnamen met daaronder: frazione de ........ en op de puntjes staat dan de naam van de stad waar het bijhoort.
Zo stond het ook keurig in de advertentie maar toch: je ziet dat soms gewoon over het hoofd.
Anyway. We kochten dus in Aquasparta voedsel voor vanavond en morgenochtend want de huiseigenaar vertelde ons dat er ook in het huis niets aanwezig was.
De volgende zeven kilomter ging over een mooie route. Wel klimmen en dalen.
Langs een kasteel.
En met een stevige daling was het slaapdorp te zien. Dacht ik, maar nee, dat lag nog drie km verder dan wat hier te zien is.
Dan krijg ik er toch inmiddels echt de pé in want je ziet de volgende stijging al aankomen.
Uiteindelijk in Rosaro aangekomen staat er een man op de weg.
Dat is de eigenaar, zei Rick.
Nee hoor, dat is gewoon een toerist, mopper ik.
En uiteraard had Rick gelijk. Een alleraardigste man nam ons mee naar het huis.
Hij liet ons eerst de keuken zien: ‘ik heb een pak melk en een fles water in de koeling gezet en hier een zak met ontbijtkoekjes. In de kastjes staan koffie en thee’.
En ja, dan zijn de donderwolken snel verdwenen. Zeker nadat we ook nog cornetto’s in de vriezer aantroffen.
Oei het houdt wat met deze pelgrim.
Met groeten Ton
Eind goed, al goed, denk ik.
BeantwoordenVerwijderen