zaterdag 31 mei 2014

We hebben ze

30 mei van Finisterra via Santiago de Compostela naar Cómpeta 

Eigenlijk ben je de tweede dag al uitgerust.
Een positief vooroordeel geslecht.
Op een reisdag gebeurt het.

Ben jij al wakker?
Ja. 
Ik ook.
Nou dan kunnen we d'r uit.

Toch zijn we maar en uurtje blijven liggen. 
De lucht zag er redelijk helder uit en na een ontbijt in de keuken van het hostal opnieuw langs het strand naar de koffietent gewandeld.
Daar lopen de pelgrims langs, die dan net uit het bos komen en de meesten gaan via het strand verder. 
Na een minuut of tien komt een man langs strompelen. We kijken elkaar aan, beginnen te applaudisseren en Rick roept: felicidades. De man kijkt op, ziet dat het hem betreft en is zichtbaar geroerd. We roepen wat heen en weer en hij vervolgt zijn weg. Twee dames gaf ik een klein Jakobsschelpje dat ik vanmorgen bij laag water had gevonden. 
Ook voor ons is het echt leuk om op die manier mensen te begroeten. We zijn wel wat selectief  want pelgrims met een in onze ogen te klein rugzakje moeten op eigen kracht verder.

Twee uur later wordt het echt lekker zonnig en liggen we nog even heerlijk op het strand. Daarna halen we rugzakken op en eten in het dorpje ons allerlekkerste menu  van de hele camino in een duidelijk op Duitse pelgrims gericht restaurant.


Met de bus van drie uur naar Santiago. De rit duurt twee uur en gaat voor meer dan driekwart van de tijd langs de kust. Wat prachtig. Diepe inhammen, helder witte zandstrandjes, leuke dorpjes met felgekleurde huizen en altijd dat overweldigende groen, zelfs tot aan het water toe. Wat ons wel opviel, ook al tijdens het wandelen, is het aantal verbrande stukken bos. Wonderlijk want het is hier zompig nat, zelfs in juli regent het voldoende. Volgens mij moet je minstens met benzine aan de gang om überhaupt een vuurtje aan te maken.

In Santiago hebben we nog gewinkeld. Ja, het was zelfs een initiatief van Rick en wat hebben we gekocht? Echte Gallicische  zuecos. De vorige reis hebben we er al uitgebreid naar gezocht maar hebben ze toen niet kunnen vinden. Ook deze wandeling zijn we al voor Ourense beginnen te vragen maar mensen keken ons vaak niet begrijpend aan.
Maar vandaag, via een  souvenirs winkel, naar een ambachtelijke leerbewerker naar een ambachtelijke houtbewerker en ja hoor daar waren ze. De dame keek heel verrast en blij dat wij als Hollanders om deze specifieke klompen vroegen. Maat 44 met hoge hak en ongeveer anderhalf keer zo breed als een Hollandse klomp. Die breedte is nodig voor een zachte binnen schoen. 
Ze lopen natuurlijk voor geen meter maar ik ben er reuze blij mee en ze krijgen een mooie plek in Casa los Zuecos.


Wie vliegt er nu 's avonds om half elf van Santiago naar Malaga? Misschien een paar Spanjaarden, een enkele toerist en twee pelgrims. Toch? Het vliegtuig ging vol.
Omdat wij op rij tien zitten mogen we pas in de tweede shift het toestel in. We zitten nog lekker op onze bankjes als we de grondstewardess duidelijk horen tetteren dat de passagiers niet moeten dringen en rustig in de rij moeten blijven(of zoiets) We zien het ongenoegen en ongeduld. Als de meeste passagiers de slurf zijn in gelopen gaan wij boarden.
Na een snelle vlucht landen we op Malaga. 24 Graden, roept de piloot nog even om. 
Bij de bagageband gaat het mis. Niets te zien. Ook niet na tien minuten.  Langzaamaan begint het gemopper. Malo Andaluces dit en loco Andaluces dat. Ik zit inmiddels op de band. Rick loopt naar een stoel en gaat naast een Española zitten die met haar moeder, die een rolstoel zit, reist. Moeder is relaxed maar dochter gaat nogal tekeer. Als na een half uur eindelijk de band start begint Rick te klappen. Zijn buurvrouw roept dat hij niet moest klappen want het was malo dat we zo lang moesten wachten.  Rick vertelde dat hij net naar Santigo was gewandeld en dat hij lekker vakantie had en die niet wilde laten verstoren door een half uurtje wachten. Waarop de moeder begon te applaudisseren voor hem.

Ik stond naast drie Amerikaanse jonge dames. Een zegt dat háár koffer wel als laatste zou komen want dat is altijd zo.
Dat moet je niet zeggen, zeg ik, want dan komt ie ook als laatste. Ik denk altijd dat die van mij als eerste komt.
Ze kijkt me aan alsof ik gek ben.
Kijk, zeg ik als de eerste bagage aankomt, de vierde is van mij. O, en die van mijn partner is de eerste.
Het blijft een wonderlijk fenomeen.

Uiteindelijk ben ik best moe en rijd rustig over een verbazend drukke snelweg naar de klompen waar we om drie uur in bed vallen.

Met groeten Ton


Geen opmerkingen:

Een reactie posten