Dat is wat Hans Wiegel vandaag in zijn column in het NRC schreef.
Vandaag heb ik het gaas over de kippenren gespannen. Het kostte wat moeite en ik heb behoorlijk wat krassen op mijn huid want het is eigenlijk niet een klus die je alleen zou moeten doen.
Vervolgens lekker op de bank kijken naar het resultaat. Na drie minuten kwamen de eerst kraaien al kijken. Ze maakten veel kabaal maar vlogen na een minuutje weg.
Een minuut of tien later kwam er een paar kauwtjes, gingen op het randje van de ren zitten en nam de situatie rustig in zich op. Er werd van links naar rechts gehopt en zagen dat ze er niet in konden. Één vloog naar de grond en liep een paar keer langs de ren. En ja hoor hij had wat gezien. Kippen krabbelen eindeloos in de grond, het liefst langs een randje. Langs het gaas hebben ze zoveel aarde weg geschraapt dat er een openingetje is van een een centimeter of vijf. *#G$%E> Precies genoeg om onderdoor te kunnen en dat deed de hij.
Dat euvel heb ik meteen verholpen door er een extra plank neer te zetten.
En nu? |
toch weer een kraai in de ren. Ik liep er heen en zonder in paniek te raken vloog hij gewoon door een klein kiertje naar buiten. Omdat de ren tegen de garage aanstaat is er een kiertje waar het raam zit. Dus dat moet ik morgen maar even dichtmaken. Kijken of het dan voldoende is.
Om het voor mezelf even helder te hebben: ik lijk NIET op Hans Wiegel.
Met groeten Ton
Ton, wat heb je dit weer leuk geschreven. Hou de macht aan je zelf. hè?
BeantwoordenVerwijderen