dinsdag 6 december 2016

Een, twee, drie, in Gods naam

4.15 uur.
Ben jij ook al wakker?
Ja.
Zullen we dan een uur eerder met de trein gaan?
Das goed.

We waren zeker wat nerveus of het allemaal wel zou lukken met de alternatieven om naar bekakku 20 te komen.
Sluit de bus goed aan op de trein en hoe ver zit het eindpunt van de bus af van het begin van de route? En hoe zwaar is de route? Hoeveel uur doen we er over?

Omdat we gisteravond niet hadden gekeken hoe laat de trein zou vertrekken gingen we gewoon maar naar het station. 
We zijn er om tien voor zes  en vijf minuten later vertrok de trein.

De aanblik is precies als die in elk willekeurig land.


Op het centraalstation aangekomen vertrok de bus na een kwartier. Dus dat ging helemaal goed.

Vijf minuten nadat de bus was vertrokken gingen de ruitenwissers aan. Dat was minder.
Niet leuk als er een 900 meter hoge klim op het programma staat, het behoorlijk koud is en de weersvoorspelling al dagen aangeeft dat het zonnig is en we dus geen poncho's hebben meegenomen.

Als we bij het eindpunt zijn giet het van de lucht.


Wat nu?
Hier heb zelfs ík geen zin in.
We dreutelen nog wat bij het bushokje als er een minibusje stopt.
Rick gaat vragen of het busje ons bij de tempel kan afzetten. 
Nee, dat niet maar hij kan ons wel bij een hut afzetten die dicht bij de tempel staat.
Tja, maar waar is dat dan? Er staat geen hut getekend in het routeboekje op de plek die de man aanwijst. We weten dus niet waar we dan ergens zitten.
De chauffeur blijft herhalen dat we dan op de goede weg zitten.
Een, twee, drie, in Gods naam, we zetten onszelf in de 'vertrouw' stand en stappen in.
Na een minuut of tien stoppen we bij bij een toiletgebouwtje en gaat de deur van de bus open: we stappen we uit.
Tja.......
De chauffeur geeft een paraplu aan Rick en verzekert nogmaals dat het twee uur lopen is naar de tempel en rijdt weg.

We doen een plas en gaan op weg. Als Rick de paraplu opent zit er een vuist groot gat in. We schieten beiden onbedaarlijk in de lach maar alles is beter dan niets.
Na twee minuten is het droog op het druppen van de bomen na.

Een uur later schijnt er af en toe weer een zonnetje.


Om solidair te zijn met de Nederlanders: het is op 700 meter hoogte al ijskoud en ligt er hagel.


De fleecetruien en regenjassen hebben we ondanks het stevige klimmen echt nodig.
Na twee uur staan we bij de tempel. Helemaal blij en gelukkig, niet alleen dat het is gelukt maar dat het zo gemakkelijk ging.

We hebben er een gesprekje met deze Japanse pelgrims. Ze vinden het helemaal geweldig dat we de bekakku tempels ook doen en als ze horen dat we ze met deze tempel allemaal gedaan hebben feliciteren ze ons.
We zijn beiden geraakt.


De brommer staat hier gewoon tegen de trap van de hondo oud te wezen. (De hoofdtempel)


De monnik is heel vriendelijk, zet met aandacht de stempels en geeft ons een flesje thee als o-settai


Dan terug volgens de weg van het boekje. 12 Kilometer en 900 meter dalen via een leuk klein asfalt weggetje dat na zeven kilometer is/wordt verbreed. Dat betekent dat we niet meer langs de rivier lopen maar hoger in de vallei over een wat steriele weg waar we overal zicht hebben op grote werken.


Tot onze verbazing is het eindpunt van de bus maar twee kilometer bij het einde van het dal vandaan terwijl we dat op acht hadden geschat.
We waren zodoende al om half twee bij de bus. Daar stond ook het minibusje weer met dezelfde chauffeur. We danken hem voor de goede info en geven de paraplu terug.
Tien minuten later vertrekt onze bus.

Hoe gesmeerd kan het lopen met vertrouwen?

Tijdens deze tocht wilde ik vooral kijken naar mijn boosheid. Ik denk dat ik daar wel wat verschil heb gemaakt voor mezelf.

Waar geen verschil is ontstaan is met Malle Pietje maar van hem ik heb ik ook geen last.

Japanners laten iets wat op straat ligt, liggen zodat de rechtmatige eigenaar zijn verloren bezit eventueel weer kan terugvinden. Nobel streven maar veel verloren zaken blijven dan liggen tot ze zijn vergaan. 
Malle Pietje werd helemaal onrustig van het aantal belletjes dat pelgrims verliezen dus begon hij die te verzamelen en aan de kongozue te binden. (Zelfs Rick deed mee aan de bellen verzameling en vond een piepklein belletje die we aan Egbert opdroegen.)
Dat werd later uitgebreid met reflectoren, medaillonnetjes, ringetjes etc. Ook de tweede wandelstok kreeg extra bellen.


Maar er ligt veel meer op straat. Sommige dingen raap ik op voor de Japanse tuin: o.a. de schelp, het ronde kommetje, het verbogen muntje en het stukje porcelein. De bindertjes gaan in mijn werkstukken, de ijzeren kogels intrigeerden me gewoon. 


Daarnaast voel ik me, zij het een minder secure, Von Humboldt en pluk zoveel mogelijk zaden.


Met groeten Ton

Wat we wensten vandaag.

Bekakku tempel 20 Otakiji
Gezondheid, liefde en transformatie voor de wereld.
Dat twee mannen in Australie samen een lang, gezond en gelukkig leven hebben.

Geen opmerkingen: