woensdag 19 oktober 2016

Verlichting komt niet gemakkelijk

Dinsdag 18 oktober

Gisteren deed het middaggie rust een mens goed. 

Ik schreef dat het onrustig is vanwege de indrukken. Is dat erg? Nee natuurlijk niet en uiteindelijk zal dat allemaal wel weer wennen. Wat ik mis is dat ik tijd heb om de dingen te verwerken, ze te plaatsen voor mezelf. Voordat ik nu iets heb verwerkt komen er al weer nieuwe dingen voorbij. 
Tijdens het reizen ben ik steeds bezig, niet alleen met het verplaatsen van mezelf. Het is als overleven doordat er maar weinig op de automatische piloot gedaan kan worden. Over alles moet je nadenken. Je bent eigenlijk bezig met je staande te houden. Maar ook ben ik bijna de hele dag samen met anderen. En nu zijn pelgrims natuurlijk heel aardige mensen maar het blijven mensen met hun aardig- en onaardigheden.

Het niet kunnen vinden van de slaapplaats en de afslag van een pad missen zijn volgens mij dan ook tekenen van vermoeidheid. Het was dus goed om een even pauze te houden.

De Japanse maatschappij is nogal strikt met zijn geschreven en ongeschreven regels. Daar komen we steeds meer achter. Het zijn zeer vriendelijke mensen die het je zo makkelijk mogelijk maken. Toch komt dat niet zozeer uit vriendelijkhid maar uit het gegeven dat je een ander niet tot last mag zijn. Er is hier een soort onderdanigheid waar ik met mijn Nederlandse gelijkheids beginsel niet zo goed uit de voeten kan.
Het is voor de reiziger wel prettig dat men dus zo behulpzaam is maar ande andere kant begin ik me soms bezwaard te voelen door wat dat wellicht voor de anderen betekent.

Nou ja, dat klinkt nogal zwaar en dat is het niet. 

Vanmorgen om zes uur op pad. 
Ik wou dat het raam hier eens lekker open kon, zei Rick toen we zo ongeveer tien minuten op straat waren. 
Tja, het is hier behoorlijk benauwd en het is nog wel de droge tijd. Toch zijn we mazzel met het weer. Ook vandaag weer half bewolkt en 26 graden.
Het eerste deel liepen we door stedelijk gebied en soms zelfs langs een drukke weg maar altijd zijn de overweldigend groene bergen op de achtergrond aanwezig.

Tokushima is een grote stad met dichte bebouwing. Toch piept er af en toe nog een stukje oud Japan doorheen. 




Maar zo gauw we de grote stad achter ons laten lopen we door rijstvelden en weggetjes met huizen met tuinen waar ik me laaf aan de geknipte bomen. Nee, die ben ik nog lang niet zat.
Na een kilometer of 13 de eerste tempel waar we opnieuw werden opgenomen in een groep biddende pelgrims.


Na het bidden in de tweede tempel scoorden we aan de overkant van de weg gebakken vis, bananen en broodjes die we dan weer in de tempeltuin op aten. 

Rick klaagde over zijn slaapzak dat die niet warm genoeg is. Die van mij is mij te heet dus hebben we geruild maar met het buiten slapen vind ik het inmiddels ook te koud en met de naderende winter en hogere bergen begin ik um een beetje te knijpen. Nu voelen mijn benen na mijn dwarleasie toch geen kou maar het is niet de bedoeling dat ze bevriezen. Dus zochten we een fleece deken en die vonden we vanmiddag. Een heel spektakel waar de andere klant in de winkel zich heel vriendelijk mee bemoeide.
Het is een soort overtrek voor een deken want er zit een rits en is ongeveer 150 bij 200 centimeter. Hij komt precies op tijd want we slapen op een camping gewoon buiten onder een afdak. 
Verlichting krijg je niet vanzelf zullen we maar zeggen. 


Zo ziet ons bivak eruit. En dan te bedenken dat er een cyclaamroze fleece deken bijkomt. Kleurig geheel al met al.

Na de fleedeken nog 12 kilometer te gaan. Ergen was een huis met een buitenkraan en al ons water was op.
Zouden we daar om wa.....
En met dat komt er een auto aan die de garage van het huis inrijdt.
Natuurlijk mochten we water maar we moesten ook binnen komen. We kregen vruchtensap en een soort broodjes met zoete vulling.
En..... we moesten een foto maken.


Maar hoe de aardige man heette?

Later kwamen we ook medepelgrim Kenzo weer tegen. Helemaal blij was ie. Wij ook, want hij belde niet alleen voor ons naar de camping maar nam als O- settai de zoete broodjes aan. Waarop hij koffie en thee haalde en daar heel gastvrij de broodjes weer bij serveerde.


Tegen 4 uur waren we op de camping, installeerden ons, deden boodschappen en wilde de camping baas vragen of we onze rugzakken morgen op de camping mochten laten staan. Daarvoor vroegen we hulp van een Japanse jongen die goed engels sprak. 
Dat hield nogal wat voeten in de aarde. Om die vraag te beantwoord te krijgen nam een kwartier in beslag.
We vroegen later aan de jongen of de vrouw in verlegenheid was gebracht door onze vraag.
Hij dacht van niet maar dat de vrouw steeds met haar man moest overleggen.


In ieder geval mogen we de rugzakken in de garage zetten.

Nu de slaapzak met fleece in en luisteren naar het ruisen van de rivier.

Met groeten Ton

Wat we vandaag gewenst hebben.

Tempel 18 Onzanji

Voor gezondheid en een gezond kind
Voor een jarige zangeres een fijne nieuwe man.
Voor een puberende kleinzoon: veel liefde, steun, begrip, geluk, plezier, rust en wijsheid. 

Tempel 19 Tatsueji

Voor gezondheid
Voor een spoedig herstel van de wijnboer.
Voor een spoedige revalidatie na een heupprothese.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Leuk om jullie reis zo te volgen.
Als ik het goed begrijp komen jullie nog niet om van de honger.
Ik hoop dat de fleece warm genoeg is!
Liefs Lia

Y. Schoutsen zei

Mooi! Je kunt heel goed omschrijven wat er zoal gebeurt, in jezelf en met jullie. Dit is in boeddhistische termen de provincie van het 'spiritueel ontwaken'. Alles is nieuw en kost nogal wat energie aan indrukken, vooral als het de eerste keer in Japan is, zoals bij jullie. Straks in Kochi krijgen jullie de provincie die gelijk staat aan leren/trainen om dichter bij verlichting te kunnen komen. Verlichting is wat dat betreft inderdaad nog wat kilometers ver weg... Maar dat pad ernaar toe is zo boeiend. Succes mannen en ik geniet van je blogs Ton!